Wat geven we prioriteit?

Wat geven we prioriteit?

Wat geven we prioriteit?

Dit is het derde artikel, waarin ik me vooral baseer, op het in juni 2023 verschenen boek “Climate Uncertainty and Risk”, van de vooraanstaande klimaat-wetenschapper Prof. Judith Curry. Zij behoort niet tot een pro- of contraclub, maar schreef dit boek, vertrekkende van haar omgang met wetenschappers, activisten en politici - aan beide zijden van het debat. En van daaruit distilleert ze een kader waarin ‘pragmatische oplossingen kunnen passen, die ons welzijn in de 21e eeuw kunnen verbeteren.’ 


Ik hou me uiteraard niet woordelijk aan de tekst, maar tracht de essentie over te brengen. Ik denk dat ‘naar de geest van het werk’ belangrijker is, dan letterlijke vertaling. Haar en mijn woorden lopen hierdoor enigszins door elkaar, maar wie uitsluitend de versie wil van Prof. Curry raad ik aan om het boek te kopen. Echt de moeite waard. 
De aanpak die ik hier volg kan u lezen in het eerste artikel (Bron).

De manier waarop we op de klimaatverandering moeten reageren, wordt — wel héél erg vereenvoudigd — afgeschilderd als: de problemen ontstaan door gestegen uitstoot van CO₂, dus ‘stop met het verbranden van fossiele brandstoffen’. Dat het ons niet lukt om dat te doen — na decennia van internationaal beleid — wordt vaak toegeschreven aan een gebrek aan politieke wil.


Die politieke wil ontbreekt — in ieder geval gedeeltelijk — omdat CO₂-emissies nu eenmaal het bijproduct zijn van betrouwbare energie, geleverd door fossiele brandstoffen, die twee eeuwen menselijke en economische ontwikkeling hebben ondersteund … en dat gooi je toch niet zomaar weg, zonder fatsoenlijk alternatief …


In 2018 stippelde het IPCC, op verzoek van het UNFCCC, een route uit, om de temperatuurstijging tegen 2100 te beperken tot 1,5 °C boven het pre-industriële niveau. Dat betekent een drastische vermindering van de uitstoot, tegen het jaar 2030, en volledige koolstofneutraliteit, tegen ± 2050. 


Dit vereist een ongekende omschakeling van energie-, transport-, landbouw-, stedelijke en industriële systemen. Er is bovendien nog geen haalbare en effectieve manier uitgestippeld, om één ​​van deze doelstellingen, in zo'n kort tijdsbestek, te bereiken.


Ik wijk even af van Prof Curry, en leg u in de volgende paragrafen uit, wat die net-zero in de praktijk betekent (Bron). Ik neem het voorbeeld van de plannen in Australië. Voor Australië betekent dit volgens de minister van Klimaat, Chris Bowen de plaatsing van 22.000 extra zonnepanelen van 500 W per dag van nu tot 2030, en minstens één nieuwe windturbine van 7 MW per dag tot 2030 (Bron). 


Al deze apparaten moeten worden aangesloten met meer dan 10.000 km hoogspanningsleidingen. Dat is ongeveer zeven keer de afstand — in vogelvlucht — tussen Melbourne en Brisbane. Voor de Australian Academy of Science volstaat dat niet en hun scenario komt uit op ongeveer 40.000 nieuwe zonnepanelen per dag en de dagelijkse installatie van ongeveer drie 7 MW turbines tot 2030. Dat alles gekocht in China. (Bron)

7 MW turbines zijn bijna 200 meter hoog en de bladen kunnen niet worden gerecycleerd. Voor elke turbine is ongeveer 200 hectare land nodig, samen met zeldzame en zeer giftige mineralen en smeermiddelen en meer dan 20 ton koperDe Academy wijst op de inspanningen en gedragsveranderingen die nodig zijn om zelfs maar in de buurt te komen van dit ambitieuzere doel. 


Om hun plan door te drukken dringt de Australische Academy aan op wijzigingen van de Code of Practice on Misinformation and Disinformation (Gedragscode voor misinformatie en desinformatie). De hele horrorshow hiervan leest u hier. Hun devies is: ‘Shut them Up’ / Sluit ze op. Dit zegt al genoeg, denkt u niet? Herinnert u zich nog hoeveel vermeende “verkeerde informatie” tijdens COVID achteraf waar bleek te zijn en vice versa.


Om je een idee te geven van die ‘gedragsveranderingen’, bekijken we enkele rapporten van het Verenigd Koninkrijk. In een door de Britse overheid gefinancierd rapport van ingenieurs van de Universiteit van Cambridge van eind vorig jaar staat dat, om CO2 te dumpen in 2050 — laat staan tegen 2035 zoals de Australische Academy voorstelt — Britse bouwplaatsen het zonder CO2-intensieve bakstenen, glas en cement zouden moeten doen. Alle vlieg- en scheepvaartverkeer moet stoppen, rund- en lamsvlees moet sterk gerantsoeneerd worden, evenals thuis koken en verwarmen. (BronHet autoverkeer moet met 60% afnemen, zelfs als het allemaal elektrisch is 


Maar dit streven naar netto nul is hoe dan ook onuitvoerbaar, omdat de mijnbouw wereldwijd onmogelijk de extra metalen en materialen kan produceren die nodig zijn, zoals de International Energy Association (IEA) heeft aangegeven. (Bron)


Om tegen 2040 aan de veronderstelde vraag naar ‘schone energietechnologieën‘ te voldoen, moet de aanvoer van belangrijke mineralen volgens het IEA twee tot vier keer zo groot worden. Alleen al elektrische voertuigen en batterijmaterialen (grafiet, koper, nikkel, etc.) moeten tien tot dertig keer zo groot worden.


Maar het vinden en ontwikkelen van zelfs maar één nieuwe ertsmijn duurt tien jaar of langer, ervan uitgaande dat groene wetgeving zo’n project niet bij de geboorte wurgt. Volgens Mark Mills, een energie-expert aan het Manhattan Institute, zou de winning en verwerking van de mineralen die aan de basis liggen van elektrische voertuigen, zoals kobalt, nikkel en lithium, tot 2040 met duizenden procenten moeten toenemen om de gewenste groei van elektrische voertuigen mogelijk te maken.


— — —


Terug naar Prof. Curry

Bijkomende achtergrondfactoren, voor net-zero, zijn: ​​

  • onzekerheden en complexiteit rond de onderliggende wetenschap op het gebied van klimaatverandering
  • de prioriteit van economische ontwikkeling 
  • de onbekende effecten van toekomstige technologieën.


Ook is er geen duidelijkheid over de omvang, snelheid, streekgebondenheid en timing van ongunstige klimaateffecten, zaken die bovendien samenhangen met natuurlijke klimaatvariabiliteit.

Door ambitieuze temperatuurdoelstellingen vast te leggen, zonder de middelen te specificeren om deze te bereiken, heeft de Overeenkomst van Parijs een grote kloof gecreëerd, tussen ambitie en verplichting. 


Voortgaande op rationeel onderzoek — van economie en technologie — is het duidelijk dat, wat we zouden willen, totaal niet strookt met wat mogelijk is.


Het energiebeleid wordt gedreven door een gecompliceerde mix van: 

  •  economie en economische ontwikkeling
  •  energiezekerheid en -betrouwbaarheid 
  •  milieukwaliteit en gezondheidsproblemen, en 
  •  beschikbaarheid van hulpbronnen.


Het wordt steeds duidelijker, dat we niet eens weten, hoe we de uitdaging van het snel stabiliseren van atmosferische CO₂-concentraties — op een laag niveau — moeten aanpakken. Zelfs als de technologische problemen kunnen worden overwonnen, zijn er problemen met de sociale, economische en politieke haalbaarheid die zulke snelle veranderingen in de weg staan. Bovendien houden strategieën voor koolstofneutraliteit tegen 2050 een hoog risico op ondoeltreffendheid in, omdat de strategieën door àlle landen moeten worden overgenomen en uitgevoerd.

Er zijn beleidsdoelen voor emissiebeperking vastgesteld, die vrijwel zeker niet zullen worden gehaald, aangezien ze verder gaan dan het kenbare en uitvoerbare en wat politiek haalbaar is.


Ik verlaat terug even het boek. 

Want we zien ondertussen toch duidelijk, in hoeverre ‘alle’ landen de afgesproken strategieën overnemen en uitvoeren. Eén voorbeeld: China laat niet alleen de uitstoot van de hele westerse wereld in het niet vallen, maar keurde vorig jaar ook nog eens twee nieuwe kolengestookte elektriciteitscentrales per week goed, voor een jaarlijkse toename, die vier keer zo groot is als de totale kolengestookte elektriciteit van 23 GW in Australië. (Bron


In juli heeft dictator Xi Jin-ping in Peking de klimaatgezant van Biden, John F. Kerry, brutaal afgepoeierd. Xi kondigde aan dat China energie zou opwekken in een tempo en op een manier die bij het land past, ongeacht de schone beloften van het Akkoord van Parijs. (Bron) Duidelijk genoeg?


En kijken we eens aan de andere kant van de medaille: zelfs als de Verenigde Staten alle fossiele brandstoffen zouden afschaffen, zou dit in het jaar 2100 slechts een verschil van twee tiende van een graad Celsius maken, volgens de hoofdstatisticus van de Heritage Foundation, Kevin Dayaratna. (Bron) Zou het kunnen dat het Chinese ‘Davos’ voor de ‘acht’ lucratiever is dan dat in Zwitserland en dat Guterres zijn rol perfect speelt?

Duurzaamheid verwijst over het algemeen naar ‘het vermogen van de biosfeer en de menselijke beschaving om naast elkaar te bestaan’… of, zoals het VN-rapport ‘Our Common Future' het definieert: "voorzien in de behoeften van het heden, zonder het vermogen van toekomstige generaties, om in hun eigen behoeften te voorzien, in gevaar te brengen.”


De bedoeling is, de wereld in stationair evenwicht te brengen, en anderzijds veerkrachtig genoeg te blijven, om schokken op te vangen, zodat, in wezen, dezelfde functionele structuur behouden blijft.


Veerkracht-planning wordt vaak geassocieerd met acute gebeurtenissen — zoals overstromingen, orkanen of bosbranden — maar er is ook zoiets als trends — zoals stijgende zeespiegel, verslechterende luchtkwaliteit en bevolkingsmigratie.


In de praktijk is aanpassing van oudsher gedreven, door lokale crises, die verband houden met extreme weer- en klimaatgebeurtenissen. Zo moest Nederland, na de grote overstroming, wel werk maken van het Deltaplan, wat een behoorlijke aanpassing betekende. Maar zelfs klassieke dijken en overstromingswegen zijn vroege voorbeelden van infrastructuur, die zijn ontworpen om minder kwetsbaar te zijn voor extreme weersomstandigheden.


Voorstanders van aanpassing aan klimaatverandering pleiten voor anticiperende aanpassing, niet voor het simpelweg reageren op gebeurtenissen en veranderingen, nadát ze zich hebben voorgedaan.


Wat de aanpassing aan klimaatverandering betreft, moeten we echter wel erkennen dat we niet eens weten hoe het klimaat zich in de 21e eeuw zal ontwikkelen. We zullen zeker verrast worden en we zullen onderweg fouten maken.


Bovendien zijn de meeste regio's van de wereld, waaronder de VS en Europa, nu al niet eens aangepast aan het huidige scala aan weersomstandigheden of aan dat van de afgelopen eeuw.


Mitigatie (maatregelen om de opwarming van de Aarde te beperken) via emissiereducties helpt de komende decennia niemand, terwijl mensen, zowel op korte termijn als in de toekomst, wél worden geholpen, door lokaal uitgewerkte - en uitgevoerde - aanpassingsmaatregelen, om échte kwetsbaarheden aan te pakken. Dat proces van aanpassing, aan het huidige of toekomstige klimaat en aan zijn effecten, noemt men ‘adaptatie’.


— — —


Er is trouwens iets, dat we ondertussen uit het oog verliezen: Opwarming is niet het enige probleem!


Door de mensheid op te roepen in oorlogsmodus te gaan, tegen de uitstoot van fossiele brandstoffen, verdoezelt de klimaatverandering-beweging, de bredere ecologische problemen, die samenhangen met onze impact op de planeet, zoals: 

  • landgebruik en ontbossing (waardoor vernietiging van habitats en verlies van soorten)
  • overbevissing
  • vervuiling van lucht, water en bodem door landbouw-chemicaliën, delfstofwinning, verbranding van hout en mest voor energie en verbranding van fossiele brandstoffen
  • aantasting van het aardoppervlak door mijnbouw, zwerfafval en huishoudelijk en industrieel afval.


Als we even afstand nemen van de details van verschillende beleidslijnen en doelstellingen, moeten we onszelf eraan herinneren, dat het doel van klimaatbeleid is, om van de wereld een betere plek te maken, nu en voor toekomstige generaties. Maar wat geven we prioriteit? 


Het huidige net-zero beleid is erg duur, en levert tot nu toe weinig op. Het gevaar bestaat, dat dit beleid potentiële toekomstige economische voordelen zal wegnemen, en er minder geld overblijft voor maatregelen die de welvaart en het welzijn wél zullen vergroten. Te veel uitgeven aan ineffectief klimaatbeleid betekent minder kunnen uitgeven aan effectief klimaatbeleid, en aan andere kansen die we hebben, om het leven van miljarden mensen te verbeteren, nu en in de toekomst.


Econoom Born Lomborg ziet klimaatverandering als een bescheiden probleem, in een zee van grote en kleine problemen. Hij betoogt dat, als we van de wereld echt een betere plek willen maken, we onze aandacht - door onze extreme belangstelling voor de klimaatverandering - niet mogen afleiden van andere cruciale problemen, zoals de toegang tot voeding, anticonceptie, gezondheidszorg, onderwijs en technologie.


Klimaatverandering is slechts een van de vele bedreigingen waarmee onze wereld vandaag wordt geconfronteerd, een punt dat duidelijk werd gemaakt door de COVID-19-pandemie. Waarom zou klimaatverandering prioriteit moeten krijgen boven andere bedreigingen? Er is een breed scala aan bedreigingen waarmee we in de 21e eeuw te maken kunnen krijgen: 

  • elektromagnetische zonnestormen die alle ruimte-gebaseerde elektronica zouden uitschakelen, inclusief het Global Positioning System (GPS) en elektriciteitstransmissie-lijnen
  • pandemieën
  • wereldwijde financiële ineenstorting
  • een mega vulkaanuitbarsting of asteroïde aanval
  • een cascade van fouten die een thermonucleaire, biologische, chemische of cyberoorlog veroorzaakt
  • de opkomst van terrorisme
  • enorme schulden in verband met een pandemie of andere bedreigingen die de ineenstorting van handel, economie, productie en welvaart veroorzaken.


Enorme bedragen die worden uitgegeven, aan het tegengaan van klimaatverandering, komen uit dezelfde fondsen, die de menselijke ontwikkeling ondersteunen, en ons effectief verzekeren tegen alle bedreigingen. De focus op klimaatverandering heeft er aantoonbaar toe bijgedragen, dat de wereld slecht was voorbereid op COVID-19, wat blijkt uit de verklaring van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dat klimaatverandering de grootste bedreiging is voor de gezondheid van de 21e eeuw. 


Over 50 jaar kijken we misschien terug op het klimaatbeleid van de UNFCCC, alsof we chemotherapie hebben gegeven, om een verkoudheid te genezen, terwijl we ondertussen ernstigere ziekten hebben genegeerd.


In een (promotie-)interview met De Morgen stelt Dieter Coppens (Bron) “Binnen honderd jaar zullen we op deze periode terugkijken en ons afvragen: waarom zijn we toch zo lang blijven aanmodderen?”. Ik kan hem daarin gelijk geven, alleen… niet op de manier zoals hij het bedoelt. In een interview van Jordan Peterson met Judith Curry (Bron) wordt duidelijk aangetoond wat er politiek economisch aan de hand is en hoe de armsten van deze planeet daar uiteindelijk de hoogste prijs voor betalen. Afrika heeft volledig gelijk dat ze dit ‘groen kolonialisme’ noemen en ‘energie-apartheid’. Jordan Peterson wijst er terecht op dat het wel erg belachelijk is dat het juist die mensen zijn, die voortdurend schreeuwen over de onderdrukkende aard van de Westerse cultuur — de witte ridders op het morele front — dat het net die mensen zijn, die dit verhaal opdringen aan de zich ontwikkelende landen. Het alternatief — vergroening en een leefbare planeet — past niet in hun narratief, en ondertussen wordt geen werk gemaakt van wat werkelijk moet worden aangepakt. Ik geef toe, het is wel een erg lang interview maar vanaf 1u09 min. vind je het punt terug dat ik hier wil maken.


Het probleem van de klimaatverandering is erg eng geformuleerd, als zou een teveel aan koolstofdioxide in de atmosfeer, kunnen worden opgelost door de uitstoot van fossiele brandstoffen te elimineren. Hierbij gaat men voorbij aan de complexiteit van het probleem. 

Problemen in verband met het milieu, zoals klimaatverandering, en de meeste problemen in verband met de menselijke gezondheid zijn complexe problemen. Die vereisen een veel ruimer kader, om onzekerheid, chaos en tegenstrijdigheden in onder te brengen.


We hebben te maken met een venijnig probleem, ook sociaal: 

  • er is geen unieke, goed afgebakende kijk op het probleem
  • er zijn ideologische, economische en politieke beperkingen
  • er is grote weerstand tegen verandering
  • veel gegevens zijn onzeker of ontbreken
  • in wat we kennen of weten is er nog heel veel onenigheid
  • er zijn tegenstrijdige oplossingen, en waar we uitkomen met onze oplossingen weten we niet


Het zou bovendien ook kunnen, dat we, met wat we doen, uitlopen op verrassende, onbedoelde gevolgen, die op hun beurt nieuwe kwetsbaarheden genereren of de oorspronkelijke schade alleen maar verergeren.

0 Reacties
Voeg reactie toe
Bekijk gegevens
- +
Uitverkocht