Geen zon zonder schaduw

Geen zon zonder schaduw

U denkt vast: zonne-energie is gratis, en als we het daglicht kunnen opvangen, en omzetten in stroom, doen we alleen maar goed, voor de natuur en het klimaat. 


In theorie heeft u natuurlijk gelijk. Maar de vraag is, of dat ook zo is, als we dat doen met de huidige technologie. Want als we er even dieper op ingaan, blijkt het allemaal niet zo evident te zijn.


Dit artikel gaat over zonnepanelen, soms aangeduid als ‘fotovoltaïsche cellen’ - foto staat hier voor licht, voltaïsch voor stroom. Ik probeer de voor- en nadelen tegenover elkaar af te wegen. Wat is de winst, voor mijn portemonnaie, maar ook voor het klimaat? Wat is het rendement? Geeft men door subsidiëring geen vals beeld, en in hoeverre is dat sociaal te verantwoorden? Wat is de investering aan energie, materiaal en hoe duurzaam is dit? …


Dit artikel gaat dus niet in op de prijs, of praktische aanpak van zonnepanelen, als u er al één wilde laten plaatsen. Daarover bestaan voldoende overzichtelijke sites. Ik vond deze site bijvoorbeeld informatief. Maar aan u om dat uit te maken.


Waar ik het ook niet zal over hebben, is de vraag of uw dak al dan niet geschikt is voor zonnepanelen. De oplossing daarvoor vindt u hier
Ik wist trouwens niet eens dat daar een site voor bestond.


— — —


De meeste mensen laten zonnepanelen plaatsen, omdat je, door je investering, bespaart op je energie-factuur. Bovendien bestaat de regeling met de energie-leverancier, dat indien je zonnepanelen méér energie opbrengen dan je verbruikt, je de teveel opgewekte energie zelfs, tegen een vergoeding, terug kan laten stromen op het elektriciteitsnet, waardoor je factuur naar beneden gaat. Dit wordt salderen genoemd. Dubbele winst. 


Let op: als je het doet, dan bezuinig je best niet op je investering: “Hoe hoger de prijs hoe lager de kans op productiefouten (De Morgen april ’23).” Zo’n formulering wekt onmiddellijk vertrouwen in de technologie, vindt u niet?


Aan jouw wordt beloofd, dat zonnepanelen ongeveer 25 jaar meegaan, en dat je de investering na ongeveer zes tot acht jaar terugverdiend hebt. Een investering in zonnepanelen verdien je dus dubbel en dik én snel genoeg terug. Je moet alleen, na ongeveer 15 jaar, de omvormer vervangen, maar dat is alles. 


OK. Je zou dus al kunnen besluiten: dit wordt een kort artikel. We weten genoeg, niets dan voordelen. Maar is dat niet te mooi om waar te zijn? Ik overloop in een paar artikels het ‘hele’ plaatje.


Als uw motivatie is ‘milieu en klimaat’ dan moet ik u al teleurstellen. Zonnepanelen worden volledig geproduceerd met de energie van fossiele brandstoffen. Dat is misschien al een pijnlijke vaststelling, als je motivatie voor panelen juist is, om het gebruik van fossiele brandstoffen aan banden te leggen. En het wordt dubbel pijnlijk zodra je beseft, dat je al vrij vlug nieuwe zonneplaten mag laten produceren, want panelen zijn absoluut niet duurzaam. De levensduur bedraagt gemiddeld zo'n 20 tot 25 jaar.


Bij de productie van zonnepanelen worden, net zoals bij windmolens, enorm veel ecologisch schadelijke stoffen gebruikt. Dit kan u lezen in één van mijn columns over de batterijen van de elektrische wagens (Niets is wat het lijkt) en in dit artikel over windmolens (Wind in hun hoofd). 


In deze grafiek ziet u het verbruik per energiesoort :

Van alle energievormen verbruiken zonnepanelen per hoeveelheid geleverde energie duidelijk het meeste materiaal. Ze bevatten onder andere aluminium (inmiddels al in prijs verdubbeld op de wereldmarkt, sinds de Rusland-boycot), koper (stilaan onbetaalbaar), maar ook lood, cadmium en andere giftige (zelfs kankerverwekkende) chemicaliën, die niet kunnen worden verwijderd zonder het hele paneel tot in detail uit elkaar te halen. Dus als u leest: ‘bijna volledig recycleerbaar’, dan zal dat misschien wel kloppen, maar omwille van de kosten zie ik dat niet gebeuren. Erger nog, door regenwater kunnen veel van deze giftige stoffen, na verloop van tijd, uit de fragmenten van zonnepanelen spoelen en dan is het kwaad al geschied.


Een groot deel van een zonnepaneel bestaat uit glas. Het is moeilijk om dit glas te recyclen, omdat het onzuiverheden als plastics, lood, cadmium en antimonium bevat. In 2016 schatte het International Renewable Energy Agency (IRENA) dat er tegen het eind van dat jaar wereldwijd 250.000 ton afval van zonnepanelen zou zijn. Wat het uiteindelijk geworden is, weet ik niet, maar hetzelfde agentschap raamt dat dit tegen 2050 al kan oplopen tot zo’n slordige 78 miljoen ton afval. 


Zonnepanelen worden vooral in China gemaakt. Het is een erg vervuilende industrie en er komt énorm veel CO2 vrij in de lucht. Bovendien hebben we absoluut geen controle op de sociale omstandigheden van de plaatselijke arbeiders.


Want noem een kat een kat: dit is natuurlijk het meest verborgen aspect van de groene droom. Doordat we alles, wat afbreuk zou kunnen doen aan het cleane plaatje van deze ‘hernieuwbare energie’, netjes hebben verplaatst naar de andere kant van de wereld, hebben we geen idee meer van de werkelijke vervuiling, én kost aan energie, of van de sociale drama’s die er achter steken. 

In die zin zou de terugkeer van deze mijnbouw en industrie naar Europa onze ogen kunnen openen, en ons gejubel over deze technologieën op slag doen verstommen. Steengroeven ‘in onze achtertuin’ zouden direct een einde maken aan onze duurzaamheid-droom en onze ontkenning van de desastreuze effecten van de transitie.


Als men met zoveel opwinding aankondigt, dat in Lapland boorpunten voor zeldzame metalen zijn ontdekt, dan moeten we toch ook beseffen dat we, voor de Lappen die hier al generaties wonen, hun droomwereld gewoonweg totaal vernietigen. Zij komen vanuit een paradijselijke natuur op slag terecht in een complete hel en op een vuilnisbelt. U dacht toch niet dat men een “not in my backyard" reactie netjes zou counteren. In eigen land moet de landbouw wijken voor de groen-geribbelde breedsmoelkikker, maar ook deze mensen zullen op niet veel begrip moeten rekenen, als het grootgeld dirigeert. ‘Gelukkig’ zijn ze maar met zo’n tachtig à honderdduizend. Dus dat wordt een makkie…

En dan hebben we het nog niet eens over de sociale condities en loonkosten in Europa. Of zal men de noodzakelijke werklieden ook hier, zoals met de Champions League, gaan halen, waar het toch weinig beroering geeft, als er een paar duizend niet terugkomen. In Europa werkt het systeem van loononderhandelingen en sociale afspraken per toeval wel enigszins anders dan in China. Ziet u het prijskaartje van deze technologieën omhoog gaan?


— — —


Laten we ook eens kijken naar de energiebalans. Hiermee bedoelt men de verhouding tussen wat men er aan energie insteekt en wat men er uiteindelijk uit haalt. Die moet, om winstgevend te zijn, uiteraard groter zijn dan één. 


Afhankelijk van de rekenmethode lopen de cijfers nogal uiteen, maar volgens de Duitse natuurkundige Daniel Weissbach ligt de energiebalans van steenkool op 30, van gas op 28 en van kernenergie op 75. Wind doet het aanmerkelijk slechter met een energiebalans van 3,9. Maar zonnepanelen komen uit op amper 1,6!


Een recente studie in het tijdschrift Energy Policy van Zwitserse onderzoekers onder leiding van Ferruccio Ferroni schat de energiebalans van zonnepanelen zelfs maar op 0,83. Hij rekende uit dat er niet alleen veel energie kruipt in het vervaardigen, vervoeren, installeren, onderhouden, ontmantelen en recyclen van de panelen, maar ook in het vervaardigen, installeren en opruimen van — nog te ontwikkelen — opslagbatterijen. Voorstanders van hernieuwbare energie en de beleidsmakers tellen al deze kosten uiteraard niet mee. Men durft het niet toegeven, maar zonne- en windenergie worden energetisch volledig 'gesubsidieerd' door de fossiele brandstoffen. 


Hoe zit het met het rendement? Zonnepanelen leveren in de praktijk véél minder, dan de geïnstalleerde capaciteit aangeeft. In het beste geval ligt het rendement in de orde van zo’n 20-25%. Na 10 jaar neemt de opbrengst met 20% af.


Dit rendement neemt trouwens ook af, door vervuiling van de panelen. Zonnepanelen zijn niet zelfreinigend, en daardoor kan ook stof, vuil en aanslag het rendement naar omlaag halen. Volgens het (publicitair) artikel waar ik deze tip vond liggen er best ook geen takjes of sneeuw op de panelen. Dan wordt het, dunkt mij, al helemaal moeilijk. Mij lijkt het nogal gevaarlijk, om in de winter het dak op te gaan, tenzij je natuurlijk Sinterklaas bent.


Zonnepanelen presteren ook slechter als ze te warm worden. Ze liggen best op een schuin dak en enkele centimeters van het dak, zodat een luchtstroom achter de panelen voor koeling zorgt. Om esthetische redenen kiest men soms voor ‘indak’-zonnepanelen, maar hiervan ligt het rendement lager en er zijn ook vaker woningbranden. Dat komt omdat hitte en vonken bij indak-zonnepanelen in het gebinte terecht komen, en niet op de dakpannen. Wordt u waarschijnlijk ook niet verteld, bij bestelling.


Jules de Waart geeft in zijn boek, ‘Geloof niet alles’, een idee van de opbrengst van zonneparken en daaruit blijkt dat het rendement hier ook veel lager ligt, dan op theoretische gronden wordt aangenomen. Engeland had bij voorbeeld in 2017 theoretisch een vermogen van 12,7 gigawatt aan zonnecellen. In werkelijkheid leverden ze slechts 1,2 gigawatt. Een behoorlijk verschil, niet?


— — —


Van de private paneeltjes over naar de zonneparken.

De idee hiervoor is uiteraard ontstaan, doordat men een enorme oppervlakte aan panelen nodig heeft, wil men voldoende stroom leveren ter vervanging van kernenergie … Stel dat je het volledig zou moeten doen met zonne-energie, dan heb je per persoon de stroom nodig van 333 vierkante meter aan zonnepanelen (een oppervlakte iets groter dan een tennisbaan). En dat staat dan nog los van het feit dat je het met die zonnepanelen alleen dus niet zult redden en er een back-up van fossiele of kernenergie nodig is. Dit zou een enorme impact hebben op de openbare ruimte, de natuur … 

Ziet u zich al naar het zuiden rijden, in plaats van door wijngaarden of zonnebloemen, tussen weilanden vol zonnepanelen (en windmolens, wat nu al zo is)?

Land dat voor de rest niet meer kan verbouwd of begraasd worden. Ik hoop voor Natuurpunt dat hieronder niet te veel bramen en brandnetels beginnen te groeien.


In het artikel over de windmolens (Wind in hun hoofd) besprak ik al het filmpje ‘De onmogelijkheid van windmolens’ van Jan Smelik, waarin hij, in verband met de windplanning, uitrekent hoeveel windmolens er nodig zouden zijn voor Nederland. Moest u het gemist hebben, dit zeven minuten durende filmpje staat hierOp de site van Paul Bouwmeester wordt iets gelijkaardigs getoond, maar dan met focus op zonnepanelen


Het is allemaal wel technisch en het bijbehorende rekenblad, waar hij op het eind van dit artikel naar verwijst, is wel uitpluizen. Maar hij toont hierin wel aan dat, wat men ons wijsmaakt over het aantal bediende huishoudens, helemaal niet overeenkomt met de werkelijkheid. 


De schrijver geeft als voorbeeld een groot zonnepark in Groningen. Op 117 hectaren zou je, denk ik, toch al behoorlijk wat levensmiddelen kunnen verbouwen. Wat denkt u: levert deze zonneweide met zijn 316.216 panelen de energie voor 32.000 huishoudens zoals opgegeven? Of voor 793 huishoudens? Of voor slechts 159? Hoeveel kost dat dan, per huishouden? En hoeveel procent van ons land moet met die panelen bedekt worden om de helft van onze benodigde energie te leveren? Paul zocht het voor ons uit. Het antwoord is: slechts 264 huishoudens, een factor 120 minder. Ook hieruit is het duidelijk dat de grondoppervlakte van Nederland te klein is om onze energie geheel van de zon te laten leveren.

De ‘gratis’ zonne-energie omzetten in elektriciteit is slechts mogelijk door een schandalige wetgeving van subsidiëring op waanzinnig grote schaal. Dat komt voor sommigen wel handig uit. Zo heeft Fernand Huts, de havenbaas van Katoen Natie, en behorende tot de top-dertig van de rijkste Belgen, 800.000 vierkante meter zonnepanelen op het dak liggen, goed voor 15 miljoen euro subsidies per jaar. Die worden door verrekend aan de Vlaamse gezinnen, en dat gedurende twintig jaar. Ook ING en supermarktketen Colruyt hebben daken vol zwaar gesubsidieerde zonnepanelen. Ik denk niet dat iemand er nog van op kijkt, dat, bij grote vissen, alles nu eenmaal steunt op het ‘ons kent ons’ principe en netwerking. 


Maar hoe heeft men deze immature technologie, aanvaard gekregen door de modale burger? Hoe heeft men de particulier zelfs zover gekregen, dat hij er in mee ging, en er uit eigen zak ging in investeren — mits hij dat al kon betalen? Hoe komt het dat uiteindelijk zoveel mensen dit op hun dak hebben laten installeren? Hoe heeft het beleid het aangepakt om hen uit vrije wil over de streep te trekken, en als dat niet snel genoeg ging, dit zelfs willens nillens door zijn strot te duwen. Dat is een lange geschiedenis.


Uiteraard heeft de stijging van de energiefactuur, een behoorlijke boost gegeven aan de installatie van zonnepanelen. Maar het ‘succes’ kan niet alleen daardoor worden verklaard. Ook de door de regering gevoerde campagnes hebben daar een grote rol in gespeeld, én, niet in het minst - ook in dit dossier - de financiële ondersteuning.


In de periode 1999-2002 werd onder toenmalig Vlaams minister van Energie Steve Stevaert (sp.a) een systeem uitgedacht om de productie van groene energie te stimuleren. Wie op ‘milieuvriendelijke wijze’ een minimumvermogen aan ‘hernieuwbare’ energie bereikte, kreeg daarvoor een certificaat en kreeg hiervoor geld in de plaats. 


In het begin (jan 2002) gold dit voor biomassa en windmolens, maar vanaf 2006, onder Hilde Crevits (CD&V) als Minister van Energie, konden ook mensen met zonnepanelen of een warmtepomp aanspraak maken op de premie. De Vlaamse overheid garandeerde 20 jaar lang hoge subsidiebedragen. 


Onder Freya Van den Bossche, toen minister van Energie, liep het systeem volledig uit de hand. Nadat ze had aangekondigd dat de vaste vergoeding versneld ging afgebouwd worden (vanaf januari 2010) omdat de groei té explosief was, leidde net dit tot een boom aan last-minute installaties. 


Het resultaat was een enorme schuldenberg (9 miljard euro). Het subsidiebeleid had totaal gefaald, zeker omdat zonne-energie de duurste en minst efficiënte vorm van groene energie bleek te zijn. In Wallonië had men om die reden al de steun voor zonnepanelen teruggeschroefd. Het eigenaardige was dat Freya Van den Bossche tot eind 2010 de zonnepanelen bleef aanprijzen als interessante investering.


Toen bleek dat de gewone man — die geen panelen kon betalen, en er ook niets mee te maken had — uiteindelijk moest opdraaien voor deze groene fantasieën kwam er natuurlijk reactie vanuit sociale hoek. Veel particulieren voelden zich min of meer aangesproken, of op zijn minst ongemakkelijk, over hoe het verlopen was. Ik denk niet dat mijnheer Huts daar zoveel scrupules rond had, maar sommige particulieren waren gewoon uit eerlijke, ecologische overwegingen op de kar gesprongen, of, inderdaad, uit investering voor de toekomst. Goed voor de portemonnaie én voor het klimaat. Twee vliegen in één klap. Ze hadden de beleidsmensen geloofd en waren hen daarin gevolgd.


Even terloops. Waar ligt volgens u de grens tussen diefstal en subsidie? 

Ik, persoonlijk, heb er een slecht gevoel bij, als voor elk probleem, in eender welke context, de joker ‘subsidie’ wordt getrokken. In sommige gevallen is dat verdedigbaar, maar dan mag je op zijn minst toch verwachten, dat daar niet al te lichtzinnig en kwistig wordt mee omgesprongen. Dit heeft niets meer te maken met solidariteit in geval van noodsituaties. Dit hele, megalomane, klimaatverhaal is verworden tot een goed verpakte graai-pot, waar mensen die het al moeilijk hebben voor moeten opdraaien. Ze zijn enkel goed om, zonder enige inspraak, het gelag te betalen, voor hen die het éigenlijk vaak zelf wel kunnen betalen.


In een artikel van vorig jaar, las ik op de site van “Installatie & Bouw”, de volgende redenering: 

“… renoveren kost veel geld en de huidige subsidies volstaan absoluut niet. Een middenklassengezin kan momenteel een subsidie van maximaal 17.500 euro krijgen, terwijl een degelijke renovatie tussen de 40.000 en 85.000 euro kost. Dat betekent dat heel veel gezinnen zelf nog een enorm bedrag moeten ophoesten. Zelfs voor de meest energiebewuste consumenten is dat in deze economisch moeilijke tijden vaak onoverkomelijk. De overheid moet daarom dringend de subsidies voor energiezuinige investeringen verhogen. In de ons omringende landen liggen die trouwens al veel hoger.” (Zie: https://www.installatieenbouw.be/tag/attb/)


Beseft men nog wel over welke enorme bedragen men het hier heeft? Wat de kost ervan is voor de maatschappij, wie dat betaalt en wie daar wel mee vaart. Vraagt men zich trouwens nog af, wat het rendement ervan is? Als je nergens nog verantwoording moet voor afleggen, is dat uiteraard niet langer nodig. Het is gewoon schandalig dat de arme mensen moeten opdraaien, voor de plannen van de rijke elite. Ook zich ontwikkelende landen worden geremd in hun groei. Trouwens, als een systeem goed is, dan moet het zichzelf kunnen (terug)betalen.


— — —


Terug naar de zonnepanelen. 

Eens men doorhad waar men terecht was gekomen, en toen bleek dat het systeem van ongebreideld subsidiëren ook niet het slimste idee was dat men kon aanhouden, gooide men het over een andere boeg. De wetgeving werd op een zodanig slinkse manier aangepast dat de burger gewoonweg niet anders kón dan in het systeem meegaan. Het nieuwe concept ‘energielabel’ werd gelanceerd. Vanaf januari 2015 moest u dit diploma halen als u uw woning wilde verkopen of verhuren. En hoe toevallig is dat? Hét middel om een beter energielabel te halen is … zonnepanelen op het dak. 


Hetzelfde trucje past men trouwens toe bij het invoeren van de ‘slimme’ meters. Alleen gaat men hier nòg een stap verder. Door ‘een zetje te geven’, ‘subtiele’ beïnvloeding, probeert men iedereen het gevoel te geven alsof ze zelf vragende partij zijn. Deze motivatietechniek (nudging) waarbij mensen onbewust worden gestimuleerd om zich op een gewenste wijze te gedragen, is momenteel erg ín in de reclameblokken. Zinnetjes in de zin van: ‘Zo kan u zelf berekenen, …’, ‘Zo kan u zelf geld verdienen door …’ Je reinste onzin en manipulatie. En we hebben geen idee wat er nog op ons afkomt! Het is wel geen goed teken aan de wand, dat influencers zo’n impact hebben op jonge mensen. Te volgen…


We gaan nogmaals terug naar de zonnepanelen, want het bleef niet bij het energielabel. Aangezien men moest wachten op 'verkopen of verhuren’ ging dit iets te lang duren. Dan maar de volgende klassieke joker bovengehaald: Europa. Hoe werkt dit?


Je wil als beleid een wet doordrukken, maar er is geen ‘draagvlak in je eigen land — ook zo’n joke trouwens. Dus wat doe je, je legt dat op de tafel van ‘Europa’. Daar passeert het doorgaans vlotter. Op landsniveau wordt de dekmantel en het excuus, dat ‘Europa dit wil’. En de cirkel is rond. Zo eenvoudig is dat.


Let wel, ik sta volledig achter samenwerking en solidariteit, maar hier is men — althans volgens mij — al lang de pedalen kwijt. De politieke elite die hier beslist, is al lang het contact met elke realiteit verloren. Zij zetelen zogenaamd als afgevaardigde van ons, maar het is een open deur intrappen als ik zeg, dat de meesten er gewoon instappen uit persoonlijk opportunisme. Zoals Paul de Hert zegt in zijn interview bij Steven Arrazola, moet Europa de hoeder zijn van onze Europese burgerrechten. Maar dat Europa laat massaal steken vallen. Op die manier wordt er boven de hoofden beslist, zonder democratisch verloop. 


In een artikel van Wynia’s week (3/5/23) lees ik iets gelijkaardigs. In dit geval over Nederland, maar ik denk dat het bij uitbreiding wel opgaat voor heel Europa:“Terwijl in die Haagse luchtbel de plannen voor Nederland worden gemaakt zonder dat burgers — en ook de meeste volksvertegenwoordigers — daar ook maar enig idee van hebben, zijn er bevoorrechte belangengroepen die juist wel toegang hebben tot de formatiebesprekingen. Dat kan zowel over ‘rechtse’ belangen gaan — grote bedrijven — als ‘linkse’ belangen: pressiegroepen voor natuur, klimaat, milieu, slavernij, ontwikkelingshulp, ‘gender’, asielzoekers en vakbonden.”


Hetzelfde zie je duidelijk in het klimaatverhaal, maar hier met nog extra paraplu’s: Europa volgt de Verenigde Naties en die volgen (volgzame) wetenschappers. Daar mag niet over gedebatteerd worden, zelfs niet over nagedacht, dus dat alles passeert zonder meer. 


En zo kwam de Europese Commissie in februari ’23 met aangepaste doelstellingen voor de energietransitie. Het plan ‘REPowerEU’ genaamd. Wees op je hoede als ze beginnen goochelen met exotische benamingen, of acroniemen. Dat plan ‘REPowerEU’ moet de invoering en de groei van ‘hernieuwbare energie’ bespoedigen, o.a. door het plaatsen van zonnepanelen te VERPLICHTEN op daken van nieuwe gebouwen of ze te VERPLICHTEN bij grote verbruikers. Gedaan met voorstellen en vragen. “We zijn waar WIJ WILLEN.”


Dus u voelt het, steeds meer de duimschroeven aanhalen, steeds meer verplichtingen en regels. En de burger staat erbij en kijkt ernaar. En hij kan alleen constateren dat alles wat met energietransitie te maken heeft, ontzettend duur is, zonder subsidies niet eens van de grond zou komen, en alleen maar rendeert voor de grote vissen en zij die het op de markt brengen. En wie betaalt? 


En dan hebben we het nog niet eens over de enorm grote geopolitieke risico’s en het feit dat men gewoonweg de rode loper uitrolt voor China. Hoe idioot kan je zijn? 


— — —


Laat ons nu eens kijken of zonnepanelen wel wérken, want stel je voor…

Word maar alvast wakker… Het werkt niet!


Voor de momenten waarop er geen zon en wind is moet je een reservesysteem in de running hebben. En als je teveel energie op het net pompt gaat dit exploderen. Je zou dus moeten kunnen uitwijken naar batterijen, maar die bestaan nog niet en dit is onbetaalbaar.


Zonne-energie is een bijzonder onstabiele manier van energie winnen. Net zoals windmolens, leveren ze de energie immers niet op vraag. Dat maakt dat er de ene keer een teveel aan elektriciteit is, en de andere keer helemaal niets. Wanneer er geen zon is en geen wind spreekt men — sinds 2017 — van ‘dunkelflaute’. Dit is een samenvoeging van de Duitse woorden ‘Dunkelheit’ en ‘Flaute’. Zal u vast nog tegenkomen.

Zon en wind leveren hun stroom immers alleen, wanneer het hén bevalt, en dat komt niet noodzakelijk overeen met het moment waarop wij elektriciteit nodig hebben. Om die momenten — waarin weinig tot geen energie kan worden opgewekt — te overbruggen hebben we een parallel buffersysteem nodig. Momenteel doet men daarvoor beroep op ‘altijd stand-by staande fossiele energiecentrales’. Zonder backup door de bestaande, gasgestookte centrales zouden we regelmatig in het donker zitten. De rekening van dit 'dubbele systeem' wordt grotendeels door de huishoudens betaald. De Duitse prijzen voor elektriciteit zijn samen met die van België en Denemarken, ook hierdoor, de hoogste in Europa.


Dit dus voor de momenten waarop ik stroom tekort heb. Maar wat gebeurt er als ik er te veel heb, de momenten waarop er teveel elektriciteit wordt geproduceerd? In dat geval gaan we, zoals Prof. Berkhout zegt, ons stroomnet opblazen en dat betekent dat we van black-out naar black-out zullen gaan. Hij zegt daarover: “Het stroomnet heeft de volgende principiële eigenschap: wat er in komt, moet er ook uit. We kunnen geen grote hoeveelheden energie opslaan. En wat we willen doen is, dat we dat net gaan voeden met zonnepanelen en windturbines, en daar hebben we geen enkele controle over.” Deze zogenaamde ‘wiebelstroom’, sterk fluctuerende stroom, moet constant afgevlakt worden en dat betekent een enorme belasting van het elektriciteitsnet. Dit kan slechts goed gaan tot een zeker percentage. Daarboven zijn ook hier langdurige black-outs onvermijdelijk. Doordat die efficiënte vormen van opslag bovendien nog moeten uitgevonden worden, komen we dus wel in een lastig parket. 


Kan men hier nog spreken van een beleid? Want wie start in godsnaam een systeem op, waarvan nog niet alle elementen voorhanden zijn? Totaal waanzinnig vond ik, wat dat betreft, de uitspraak van Johan Van Overtveldt, die in dit dossier zijn akkoord had gegeven, en in een visionaire bui de oplossing zag in “…technologieën waarvan u en ik momenteel nog geen weet hebben dat ze bestaan.” Wie haalt nu zo’n onzin in zijn hoofd, en is dan nog niet eens verlegen om dit in het openbaar te verkopen?


Opslag op netschaal, op de schaal die nodig is om fossiele brandstoffen te vervangen door wind en zon, is onmogelijk duur. Zelfs uitgaande van fantastische prijsverlagingen, toont analyse aan, dat de kosten van de vereiste accu-opslag nog steeds bijna gelijk zijn aan het jaarlijkse Amerikaanse BBP van $ 23 biljoen. De waarschijnlijke kosten zouden vele malen het BBP bedragen. Je kan dit lezen in dit pas gepubliceerde rapport.


Ing. Ken Gregory analyseerde, voor een aantal recente jaren, van uur tot uur, de elektriciteit die met fossiele brandstoffen werd geproduceerd. Vervolgens berekende hij wat er aan opslag nodig zou zijn geweest, om dezelfde energie op te wekken met wind- en zonne-energie. Op die manier kwam hij aan een vereiste opslag van 250 miljoen MWh. Accu’s op netschaal kosten tegenwoordig ongeveer $ 700.000 per MWh. Voor 250 miljoen MWh krijgen we een astronomische totale kostprijs van 175 biljoen dollar, alleen al om de huidige elektriciteitsbehoefte op basis van fossiele brandstoffen te vervangen door wind en zon. $ 175.000.000.000.000. Als dit de technologie is waarvan we nog geen weet hebben dat ze bestaat, dan staan we er goed voor.

Maar er is meer ...
 

Bij elke grote bosbrand, zoals die in Californië, hoor je maar één verklaring: klimaatverandering. Nu weet ik ook, dat je moeilijk kan ontkennen, dat de kwetsbaarheid van een bos stijgt tijdens een hittegolf. Maar, zoals ik in het artikel over (natuur)rampen zal aantonen, speelt ook bosbeheer een uiterst belangrijke rol. En dan heb ik het nog niet eens over moedwillige brandstichting, zoals we ook in Europa elke zomer opnieuw zien. 


In een onverwachte hoek is er nog een factor, waar men niet over spreekt: het gebruik van ‘hernieuwbare energie’. ‘Het stroomnet’ opblazen, zoals Prof. Berkhout het hierboven noemt, is minder onwaarschijnlijk dan u denkt. De snelheid waarmee we nu willen elektrificeren ligt gewoonweg veel te hoog. Bij elke hittegolf in Californië, waar massaal is ingezet op zonnecellen en windmolens, dreigt het elektriciteitsnet te bezwijken wanneer de zon schijnt. De stroom kan niet worden opgeslagen en de elektriciteitskabels begeven het. Enorme bosbranden zijn het gevolg. Een gevolg van opwarming, stellen de alarmisten. Klopt, maar je kan ook zeggen: met gulle ondersteuning van de klimaatmaatregelen.

0 Reacties
Voeg reactie toe
Bekijk gegevens
- +
Uitverkocht