Achter de wolken schijnt de zon

Achter de wolken schijnt de zon

Achter de wolken schijnt de zon

Toegeven dat je fout zit is niet simpel. Vooral niet, wanneer je, als orakel, de idee hebt gelanceerd, dat jij de wetenschap bezit. 


Om te beginnen is het al gênant, dat de feiten iets anders tonen dan je beweert. Je hebt dan pech, maar het is wat het is. Een mening is niets meer dan een hersenactiviteit; maar een feit, een meting is realiteit. Rest niets anders dan het te accepteren; iets wat voor sommigen behoorlijk moeilijk valt, zeker als er zoveel geld mee gemoeid is en ze zich in de hoek hebben geschilderd.


Zoals ik in het vorige artikel heb aangetoond, mogen we het causaal verband tussen koolstofdioxide en temperatuurstijging al schrappen — door wat we zien en meten. Precies daarom gaan sommige ‘wetenschappers’ dan maar, noodgedwongen, de ‘virtuele tour' op. Of anders geformuleerd: ze halen er terug de ‘modellen’ bij.


Dat een theorie eigenlijk al naar de prullenmand mag, zodra kan worden aangetoond, dat niet alle feiten je theorie bevestigen, én dat op heel de planeet, eigenlijk niemand weet hoe de klimaatvork in de steel zit, daar ga ik, voor dit artikel, even aan voorbij. Zelfs al geeft ook het IPCC het inmiddels toe: 

“Het klimaatsysteem is een gekoppeld, non-lineair, chaotisch systeem. Daardoor is een langetermijnvoorspelling van de toekomstige staat van het klimaat onmogelijk.” 


Dat dit (alweer) geen gemakkelijk artikel wordt, dat staat nu al vast, maar ik wil toch proberen aantonen, in dit ‘wetenschap voor dummies’-artikel, waarom en hoe wetenschappers de officiële theorieën en modellen weerleggen.


U hoeft het met hen — en mij — uiteraard niet eens te zijn. En nee, ik ga niet met u in debat. Als u wil debatteren, werk u dan a.u.b. eens in, in het origineel van hun literatuur — ik bezorg u de links — en neemt u gerust contact op met mensen die daar véél beter in thuis zijn dan ik. Dat maakt het ook voor u intellectueel uitdagender, en zij zullen blij zijn u te ontmoeten.


— — —


Dat de aarde opwarmt, is volgens het IPCC, volledig toe te schrijven aan een opeenstapeling van broeikasgassen in de atmosfeer. Die accumulatie komt door óns gedrag, en daarom is het aan óns om dit recht te trekken. Let wel: deze beweringen steunen louter en alleen op een hypothese. Maar goed…

Díe veronderstellingen worden als gouden regels opgelegd, moeten zonder tegenspraak worden aanvaard, en mogen niet worden betwist. De ‘wetenschap’ geeft hier dus, aan een ‘idee’, de status van een goddelijk gebod. En dat hebben we geweten. 


Al decennia lang worden ons doemscenario’s opgedrongen, gehersenspoeld als we zijn door de daartoe geïnfiltreerde (social) media, krantenredacties en politieke actoren. Terwijl, en dat mag duidelijk zijn, van deze zogenaamde broeikastheorie, tot hiertoe, nog niéts is bewezen. 


Ondertussen is wel het volledige beleid gebaseerd op dit natte vingerwerk en speculaties. Met profijt voor wie? Het klimaat? China? Al de maatregelen die nu wereldwijd worden genomen — zoals afgesproken door de verschillende verdragen van bv. Kyoto, Parijs, Sharm el-Sheikh … — steunen louter en alleen op het gezag van een autoritaire groep, die niet mag tegengesproken worden. Een groep trouwens met een notoire geschiedenis van fraude en manipulatie. 


Dat het beleid ondertussen inziet, dat dit er ver over is, en stilaan leidt tot het verval van het Westen, kunnen we afleiden uit de (paniek)reacties van o.a. President Macron, en de excellenties Demir, De Croo, … 


Ondertussen zien we ook dat er het een en ander beweegt. Zelfs het groen-linkse ‘Der Spiegel’ in Duitsland veranderende van toon zoals u hier kan zien: Bron. Dat ze sindsdien worden verguisd als extreem rechts en nazistisch, lag in de lijn van de verwachtingen.

 

We zien ook een verminderend draagvlak bij de bevolking, die ondertussen ook doorkrijgt wat er aan de hand is, denk aan de BBB beweging in Nederland. In België verlaten de groene profeten de zinkende ark. 


Ook de financiële wereld keert zich meer en meer af van de activistische klimaatagenda o.a. grote verzekeraars, die nochtans aan de bron stonden van de Net-Zero Allianties. (Zie: dit artikel).


Maar we gingen het hebben over o.a. de ‘broeikastheorie’. De volgende voorstelling van het zgn. ‘broeikaseffect’, komt uit één van de rapporten van het IPCC, en geldt als bewijs — in schemavorm — dat de atmosfeer het aardoppervlak opwarmt ,door middel van terugstraling (de beruchte ‘back radiation’). Getoond wordt hier het gemiddelde energiebudget van de aarde. Wat komt er in, wat gaat er uit.

We starten links, met de gele pijl, die aangeeft wat ons van stralingsenergie bereikt, uitgaande van de zon. Iedereen is het er hopelijk over eens, dat dit voor het klimaatsysteem, de belangrijkste energiebron is. Ik weet het, in het inwendige van de aarde is de temperatuur zo’n 5000°C, maar daar komt quasi niets van tot ons. 


De kortegolfstraling van de zon dringt wél door de atmosfeer en levert gemiddeld 340 W/m² aan stralingsenergie (cfr. de cijfers in de figuur). Hiervan wordt 100 W/m² direct gereflecteerd, 79 W/m² wordt geabsorbeerd door de atmosfeer, en van de rest bereikt een deel de aarde, en zorgt hier voor opwarming. Een deel van die energie wordt door de aarde teruggekaatst, in de vorm van onzichtbare lange-golf-straling (infrarood/warmtestraling).


De broeikastheorie (veronder)stelt dat een deel van die warmtestraling wordt geabsorbeerd door broeikasgassen, die het vervolgens weer voor een deel terug stralen naar de aarde (de oranje pijl naar beneden). Doordat dit proces vele malen wordt herhaald, vertraagt dit én de afgifte van infrarood naar de ruimte én de afkoeling van de aarde. 


Als leek moet ik dan eerst al eens opzoeken: 

  • Wat zijn broeikasgassen precies? 
  • Over welke gassen hebben we het? 
  • In hoeverre draagt de mens bij tot dit systeem?

In bovenstaande grafiek heb ik de voornaamste broeikasgassen weergegeven. De belangrijkste zijn waterdamp H₂O(g), koolstofdioxide CO₂, lachgas N₂O en methaan CH4. 


In tegenstelling met wat het IPCC beweert is niet CO₂ (met 3,6%) maar waterdamp (met 95%) het dominante broeikasgas in de atmosfeer (cfr. de tabel in de figuur). Broeikasgassen zijn ook niet iets dat mensen hebben veroorzaakt (cfr. tabel rechts): de menselijke bijdrage tot die 3,6% aan CO₂, is een minieme 3,2%. De mens is m.a.w. slechts voor 0,12% verantwoordelijk voor alle broeikasgassen die op aarde geproduceerd worden, iets meer dan een duizendste.


Wat is trouwens de functie van die broeikasgassen? 

Wel, die zijn enorm belangrijk, om de aarde leefbaar te houden. Stel dat ze er niet waren, dan was de gemiddelde temperatuur op aarde -18°C. Maar het feit dat ze er zijn, maakt dat de temperatuur op aarde met 33°C gestegen is, tot een gemiddelde temperatuur van 14,5°C. Tenminste, als je enkel het gebied in rekening breng waar mensen wonen, want als je de volledige aardbol neemt, dan komen we, volgens NASA, aan slechts 0,9°C, maar dat leidt ons te ver.


De term broeikas is in dit verband trouwens ongelukkig gekozen, want dit suggereert dat de warmte — zoals in een glazen serre — niet kan ontsnappen en dat is natuurlijk onzin. Het energiebudget blijft in balans, door een subtiel evenwicht van wat er door de zon aan energie binnenkomt, en wat er uitgaat. 


Volgens het IPCC kaatst de geaccumuleerde CO₂ de warmte terug, in plaats van die door te laten, de ruimte in. Maar dat CO₂ gevaarlijke opwarming veroorzaakt is in werkelijkheid niet bewezen. Zo werkt het niet, integendeel.


In het boek ‘Neprampen’ van Patrick Moore (begin zeventiger jaren milieuactivist en één van de sleutelfiguren van Greenpeace ), wordt uitgelegd hoe koolstofdioxide verantwoordelijk blijkt te zijn, voor het uit de atmosfeer stralen van warmte. In die zin speelt CO₂ net een zeer grote rol, in het áfkoelen van de aarde, en het op punt houden van de energiebalans, wat een louter positieve eigenschap is. 


In een vorig artikel gaf ik ook al aan, dat CO₂ de oorzaak is van de vergroening op aarde, en je kan je dan al afvragen: waarom al die drukte om CO₂ en waarom die verkettering?


Alles heeft te maken met absorptie, accumulatie en terugkaatsing. Zoals we al gezien hebben voegen mensen, door verbranding van fossiele brandstoffen, CO₂ toe aan de atmosfeer. Volgens het IPCC verstoort die extra CO₂ het natuurlijke evenwicht, omdat het cumuleert in de atmosfeer. Het IPCC spreekt in die zin van verstoring, terwijl je dat, zoals ik al in een vorig artikel heb laten zien, ook kan aanzien als een gewenst herstel aan CO₂. We waren behoorlijk dicht bij de gevaarlijke, onleefbare zone. Maar goed … 


Volgens het IPCC, zal het een paar honderdduizend jaar duren (hoog vertrouwen/IPCC 2015), vooraleer alle, door de mens uitgestoten CO₂, via natuurlijke processen, uit de atmosfeer is verdwenen. De Nederlandse hoogleraar Peter Stallinga heeft dit jaar (2023) een artikel gepubliceerd, dat gehakt maakt van deze accumulatietheorie. Met een eenvoudig model en wat wiskunde, laat hij zien dat het herstellen van het evenwicht, na een verstoring door de mens, minstens zo snel gaat als wat geldt voor de natuurlijke stromen, m.a.w vier jaar. Volgens het CO₂ doemscenario zou CO₂ de atmosfeer ondoorzichtig maken voor de warmte-straling die de aarde uitstraalt en daardoor zou deze sterk opwarmen. 


Je kan je om te beginnen al de vraag stellen, hoe dit klimaatverhaal te rijmen valt met wat we weten uit het verleden. Er zijn perioden geweest waarin het gehalte CO₂ in de atmosfeer, ruim 22 keer hoger was dan nu, en de temperatuur hetzelfde. Tot dusverre heeft het IPCC ook nog niet kunnen aantonen dat CO₂ in de atmosfeer de mondiale temperatuur bepaalt, noch op lange, noch op korte termijn. 


Centraal in de IPCC theorie staat het fenomeen ‘terugkaatsing/back radiation’. De broeikastheorie veronderstelt, dat een deel van de warmtestraling van de aarde, wordt geabsorbeerd door broeikasgassen, die het vervolgens weer voor een deel terug stralen naar de aarde. We halen er nog eens de broeikaseffect-tekening bij, uit de IPCC rapporten (linkse tekening), en focussen op de oranje pijlen rechts.

Afbeelding: Stomata op een groen blad.

Als we kijken naar de fameuze terugstraling, de neerwaartse oranje pijl rechts, dan ziet u dat die ruim dubbel zo groot is als de straling van de zon op aarde (342 vs 161 W/m²). Dat suggereert dat de atmosfeer meer dan twee keer zo veel bijdraagt aan de temperatuur op aarde, dan de zon. Dat dit in werkelijkheid niet aan de orde is, snapt u hopelijk ook. Dat kàn gewoonweg niet, want de atmosfeer is kouder dan het aardoppervlak. (Hoe hoger je komt in de atmosfeer, hoe kouder). 


Warmte kan alleen stromen van iets met een hogere temperatuur, naar iets met een lagere temperatuur, en niet omgekeerd. Als u uw hand op één centimeter van een kopje met warme drank houdt, voegt u dan, met uw lichaamstemperatuur, warmte toe aan het kopje, of straalt de warmte van het kopje naar u toe? 


De warmtestraling, van uw hand naar het kopje, leidt niet tot een effectieve warmtestroom, omdat het kopje met de relatief hogere temperatuur, deze straling niet absorbeert. Een warmtestroom is altijd het gevolg van een temperatuurverschil, en gaat altijd in de richting van het object met de laagste temperatuur. De atmosfeer, die veel kouder is dan de aarde, kan de aarde dus nooit opwarmen, laat staan dat de energiestroom twee maal zo groot zou zijn, als die van de zon. Per saldo is dus alleen het verschil van de twee oranje pijlen relevant; de werkelijke warmtestroom (heat flow) is aangegeven in het rechterplaatje.


Er bestaat helemaal geen ‘back radiation’ waarbij warmte stroomt van de atmosfeer naar de aarde. Er bestaat alleen een netto (effectieve) warmtestroom van 398 - 342 = 56W/m2, van het aardoppervlak, naar de atmosfeer en de ruimte. En van die warmtestroom van 56W/m2, wordt een deel (ongeveer 20W/m2) geabsorbeerd door de broeikasgassen in de atmosfeer (waterdamp, CO₂, methaan, ozon). 


Dat de atmosfeer minder koud is dan het heelal, heeft tot gevolg, dat de aarde minder snel zal afkoelen. Dit is vergelijkbaar met het warme kopje: als dat niet binnen stond, maar buiten in de vrieskou zou het sneller afkoelen.


Maar hoe sterk deze moleculen de warmtestraling opnemen hangt af van de golflengte van de straling. Bij sommige golflengtes kan de warmtestraling vrijwel ongehinderd door de atmosfeer stralen. Laat ons eens kijken naar de fractie water/waterdamp.


Dat die een wezenlijk effect hebben, kan je goed zien, als je het klimaat in de tropen vergelijkt, met dat van de woestijn. Zowel in de tropen als in de woestijn is het CO₂-gehalte in de atmosfeer nagenoeg gelijk. Na zonsondergang verdwijnt de warmte in de droge woestijn echter snel. Ondanks de aanwezigheid van CO₂ kan het dan afkoelen tot onder het vriespunt. In de tropen zorgt de hoge vochtigheid ervoor dat de temperatuur in de nacht niet veel lager is dan overdag. 


Ook in onze omgeving is de invloed van wolken (=waterdamp), goed merkbaar, vooral 's nachts. Het koelt dan veel minder af, dan bij een heldere hemel. 


Dit brengt ons op het pad van wat men noemt: de feedback-mechanismen. 


Als de temperatuur verandert, onder invloed van CO₂, dan kunnen ook andere processen veranderen, die ofwel het effect versterken (positieve terugkoppeling) ofwel verzwakken (negatieve terugkoppeling). De meeste wetenschappelijke discussies gaan trouwens over deze terugkoppel-effecten of feedbacks. 


De drie belangrijkste terugkoppelingen zijn waterdamp, albedo (de reflectie van het zonlicht) en wolken. 


Met de verandering van de temperatuur op aarde, veranderen ook allerlei andere processen in het klimaatsysteem. Op hun beurt versterken of verzwakken die de opwarming en ze zijn ook van invloed op elkaar. Maar in welke zin en hoe sterk, daar hebben we soms het raden naar. Nochtans is dit van groot belang, omdat het de basis vormt van alle klimaatmodellen, en dus alle voorspellingen over de klimaatverandering.


Zo gaat het IPCC — bij een verdubbeling van de huidige CO₂-concentratie — uit van een gemiddelde temperatuurstijging van ongeveer 1,5 °C tot zo'n 4,5 °C. Dit heet de klimaatgevoeligheid. Maar ziet u hoe onzeker men is? De hoogste schatting is drie keer zo groot als de laagste schatting. 


Ook het gewicht dat men geeft aan de broeikasgassen op zich, is nattevingerwerk. Niet alleen de concentratie van CO₂ is gestegen, maar ook die van de andere broeikasgassen. Maar hoe hou je de effecten van de verschillende gassen uit elkaar?


Door het ‘gezamenlijke effect’ van die broeikasgassen, verwachten onderzoekers, op dit moment, een opwarming van 2°C. Maar hierbij gaat men uit, van de door het IPCC veronderstelde klimaatgevoeligheid van 3°C. In werkelijkheid bedraagt de opwarming slechts 0,8°C (of zelfs minder, rekening houdend met de kritiek op de temperatuurmetingen — zie een eerder artikel). De conclusie kan zijn dat het klimaat veel minder gevoelig is voor broeikasgassen dan de modellen nu aannemen. 


Dat vinden in elk geval een aantal ervaren klimaatsceptici. Zij denken dat er negatieve feedbacks werkzaam zijn, en dat een verdubbeling van de CO₂-concentratie, slechts een halve graad opwarming zal geven, waarvan we trouwens al een deel van achter de rug hebben. De verwachte opwarming wordt dan zó gering, dat ze wegvalt in de ruis van natuurlijke klimaatschommelingen, en dus onmeetbaar is. 


Volgens Prof. Richard Lindzen wijzen waarnemingen in de richting van een lage gevoeligheid van het klimaat voor CO₂ en is er dus geen sprake van een klimaatcrisis. Prof. Roger Pielke wijst dan weer op andere factoren die moeilijk voorspelbaar zijn, zoals de zonneactiviteit, of het optreden van grote vulkaanuitbarstingen.


We kijken nogmaals naar de factor ‘waterdamp’. Uit de grafiek met de broeikasgas-percentages, weten we, dat er veel meer waterdamp is, dan kooldioxide. Van CO₂ weten we, dat de concentratie, de laatste eeuwen, aantoonbaar is toegenomen; maar van waterdamp weten we veel minder, zeker als we teruggaan in de tijd. 


Het meeste water bevindt zich in de tropen, dicht bij het oppervlak. Hoger in de atmosfeer, en ook buiten de tropen, neemt de hoeveelheid waterdamp snel af. Aan de polen is het kurkdroog. Antarctica is een ijswoestijn. 


Stel nu, dat de hoeveelheid waterdamp, om wat voor reden dan ook, is afgenomen in de periode dat CO₂ is toegenomen, dan is de broeikasdeken helemaal niet dikker geworden, en hoeven we geen opwarming te verwachten. 


Veel klimaatonderzoekers verwachten echter het tegenovergestelde, dus dat er meer waterdamp in de atmosfeer zal komen als gevolg van de opwarming door CO₂. Maar klopt dat wel?


Een warmere atmosfeer kan inderdaad meer waterdamp bevatten, en waterdamp is een krachtig broeikasgas. Waterdamp versterkt dus, in principe, het effect van CO₂ en zorgt daarmee voor een positieve terugkoppeling. Maar dit is theorie. 


Uit een recente studie van Prof. Koutsoyiannis ( professor hydrologie in Athene) blijkt, dat de luchtvochtigheid in werkelijkheid veel minder sterk stijgt, dan tot nu wordt aangenomen. 


Maar zelfs als de luchtvochtigheid wél stijgt, is het effect daarvan op de temperatuur, volgens veel wetenschappers kleiner, dan het IPCC veronderstelt. Het belangrijkste punt is, dat de berekeningen van het IPCC, gebaseerd zijn op omstandigheden bij heldere hemel. In werkelijkheid is de aardbol voor gemiddeld 66% bedekt met wolken, waardoor het temperatuureffect veel kleiner wordt. Hoe het IPCC tewerk gaat kunnen we lezen in een open brief van Noorse klimaatrealisten aan hun premier Erna Solberg: 


“Wolken bedekken ca 65% van het aardoppervlak. Zij reflecteren ongeveer 20% van de binnenkomende zonne-energie, omdat ze een wit oppervlak hebben (albedo). Het lager gelegen wolkendek fungeert daarom als een gigantische parasol, zoals een koeldeken, die verhindert dat de zonnestraling het aardoppervlak bereikt. Dit heeft een doorslaggevend effect op het klimaat van de aarde. Het IPCC houdt geen rekening met de invloed van cruciale thermodynamische en hydrologische processen, zoals convectie en wolkenvorming. Dergelijke processen kan het panel niet meten en vertalen in computertaal. Dit is een belangrijke reden waarom hun klimaatmodellen niet overeenkomen met de waarnemingen. Het IPCC erkent dat trouwens zelf.”

Het is gekend dat wolken de wildcards zijn van het klimaat. Je kan inderdaad moeilijk een computermodel ontwikkelen, dat de patronen en de omvang van de wereldwijde bewolking op een bepaalde dag, twintig jaar in de toekomst kan voorspellen. 

Maar je kan wel metingen doen. 


In dezelfde open brief lezen we: 

“Door satellietbeelden te analyseren, die zijn verzameld door het ‘International Satellite Cloud Climatology Project‘, hebben onderzoekers sinds 1983 de veranderingen in het lage wolkendek geconstateerd en gemeten en de resultaten vergeleken met veranderingen in de temperatuur op aarde. Zij hebben een duidelijk verband aangetoond tussen de wereldwijde bewolking en de temperatuur. Zo kan de totale opwarming aan het einde van de twintigste eeuw worden verklaard door een vermindering van de mondiale bewolking van 3% en de opwarmingspauze van de laatste twee decennia valt samen met een stabiele bewolking.”

De terugkoppeling, veroorzaakt door wolken, leidt tot de grootste onduidelijkheid in de klimaatwetenschap. Het blijkt zeer lastig te zijn om wolken te simuleren, laat staan om te voorspellen, hoe de wolkenbedekking in de toekomst zal veranderen. De moeilijkheid is, dat dit niet kan worden gemodelleerd, zelfs als er voldoende kennis zou zijn van de fysische wetten, die dit proces bepalen. De bewolking varieert lokaal op zo’n kleine schaal, dat een veel dichter raster van observatiepunten nodig zou zijn. Ook kan de lokale bewolking zeer snel veranderen. Als men deze effecten zou willen modelleren, zou dit de capaciteit van de krachtigste computers, die momenteel beschikbaar zijn, ver overtreffen. 


Hierover kom je ook meer te weten in de reeds aangehaalde film ‘Earth from space’ ( vanaf 1u25’40 ). Daaruit blijkt dat de gecombineerde kracht van zonlicht en waterdamp elke dag 40.000 onweerswolken creëert.


Wolken hebben bovendien meerdere functies. Ze koelen enerzijds, doordat ze, als een parasol, de straling van de zon weerkaatsen. Meer warmte zorgt voor meer verdamping, waardoor er meer wolken ontstaan, zodat er minder zonlicht op de aarde terecht komt. Maar wolken vangen ook infrarode straling van de aarde in, en dragen daarmee bij aan het broeikaseffect. Ze zorgen er ook voor dat de aarde (vooral 's nachts) minder afkoelt. Juist door te werken als een soort deken, wordt de uitstraling van de aarde kleiner.


Maar per saldo blijven wolken een afkoelend effect hebben. Met name lage bewolking reflecteert een groot deel van de lichtstraling van de zon (albedo), waardoor het aardoppervlak in de schaduw blijft, en minder opwarmt dan zonder die bewolking. Onderzoekers van het ISCCP (International Satellite Cloud Climatology Project), dat onderdeel is van NASA, schatten in dat de aarde, zonder wolkendek, circa 20% meer warmte zou absorberen, wat zou leiden tot een 12°C hogere gemiddelde temperatuur.


Wolken spelen eveneens een rol bij convectie, het omhoog transporteren van warme lucht, waaruit vervolgens neerslag kan ontstaan. 

  • Zonder convectie zou het aardoppervlak ondraaglijk warm zijn. 
  • Convectie is dus een belangrijk koelmechanisme voor de aarde. 
  • Warme lucht wordt naar boven getransporteerd, en kan daar door infrarode straling uit te zenden, energie afstaan aan het heelal. 


Onderstaande grafieken tonen aan dat de gemiddelde bewolking, in de afgelopen 40 jaar, duidelijk is afgenomen, waardoor het gemiddeld aantal uren zon is toegenomen. De linkse grafiek toont de afname van de bewolking in Europa in de periode 1983-2020, ten opzichte van het gemiddelde van 1991-2020. Rechts ziet u de toename van het aantal zonuren per jaar, in Europa, in dezelfde periode.

Een factor waar we nog niet volledig uit zijn, blijkt het effect van de activiteit van de zon op wolkenvorming te zijn (ontdekt door Henrik Svensmark, e.a.). Dit gaat met name over het verband tussen de wereldwijde laaghangende bewolking, die de aarde afkoelt, en inkomende kosmische straling. Meer informatie daarover vindt u hier. Als hun hypothese correct blijkt te zijn, zou een aanzienlijk deel van de opwarming van de aarde kunnen worden verklaard, door de invloed van de zon, en niet door CO₂. 


Dus u merkt het. Het IPCC heeft gelijk: 

“Het klimaatsysteem is een gekoppeld, non-lineair, chaotisch systeem. Daardoor is een langetermijnvoorspelling van de toekomstige staat van het klimaat onmogelijk”. 

Het is een zeer complexe materie en er is nog maar een fractie van gekend. Het is dus totaal onverantwoord, ja zelfs misdadig, om op dit natte vingerwerk en speculaties, het volledige, wereldwijde, beleid te gaan afstemmen. 


Waar deze policy ons heeft gebracht komt aan bod in het volgende artikel.

1 Reactie
guy wauters
Geplaatst op  01/07/2023 21:26 Meer Co2 zorgt voor meer waterresistente planten ( want minder waterverdamping): leve de c02
Voeg reactie toe
Bekijk gegevens
- +
Uitverkocht