Geen bewijs voor krimpend ijs

Geen bewijs voor krimpend ijs

Geen bewijs voor krimpend ijs

“Krimpend ijs op Arctische eilanden hoofdrolspeler in zeespiegelstijging.” Zo luidt de titel van een artikel van het KNMI


Ik citeer een stuk van de inhoud (en heb bepaalde tekst in hoofdletters geplaatst): “Smeltende gletsjers en ijskappen op de Canadese arctische eilanden spelen een VEEL GROTERE ROL in de hedendaagse zeespiegelstijging DAN TOT ZOVER WERD AANGENOMEN, volgens een internationale studie die op 20 april in Nature verschijnt en waarbij het KNMI betrokken was. (…) Tijdens de eerste drie jaar van de studie, van 2004 tot 2006, verloren de gletsjers en ijskappen in de regio jaarlijks gemiddeld 30 kubieke kilometer aan water. Dit verdrievoudigde zich tussen 2006 en 2009 tot niet minder dan 90 kubieke kilometer, oftewel 90 biljoen liter water per jaar. Dit is voldoende om het Nederlandse IJsselmeer maar liefst 7 keer te vullen, elk jaar. TIJDENS DE HELE 6 JAAR VAN DE STUDIE STEEG DE ZEESPIEGEL door het verdwijnende ijs WERELDWIJD GEMIDDELD MET 1 MILLIMETER.”


Ik heb hiervoor mijn bril gepoetst. Daar zijn drie universiteiten bij betrokken en een zestal instituten. 

Geld teveel? Niets anders te doen? Een publicatie in Nature. Uiteraard. Wereldnieuws!

Cartoon geplaatst met toelating van de Australische cartoonist Peter Broelman

Die ijslagen — in Montreal, Toronto, … — zijn uiteraard al lang gesmolten, door klimaatopwarming.

1mm op 6 jaar is inderdaad bijzonder verontrustend … Waar zijn mijn zwembandjes? Ik denk niet dat de oceanen gaan overlopen door zeven keer het volume van het IJsselmeer. Zoekt u het maar op in Maps: nog minder dan een speldenprik. Een kinderbadje. Hoe is het trouwens gesteld met de temperatuur en smelt op de poolkappen? We bekijken de cijfers.


— — —


De hoeveelheid landijs in de poolgebieden hangt uiteraard rechtstreeks samen met de temperatuur-schommelingen. Meer ijs in de winter, minder in de zomer. En temperatuur verschilt niet alleen per seizoen. Ook als we kijken naar de historische data, dan zien we dat Groenland in de jaren 1920 tot 1945, aanzienlijk hogere temperaturen heeft gekend. In die tijd werd daar helemaal niet dramatisch over gedaan. Men vond dat — terecht — een normaal verloop.


Pas toen de temperaturen de jaren erna weer netjes naar beneden gingen (zie grafiek hieronder), klonk er paniek: ‘Klimaatwetenschappers zijn het er unaniem over eens, een nieuwe ijstijd komt er aan’. 


Tot de temperatuur, in de periode daarna, weer netjes naar boven ging, want toen was het hek helemaal van de dam. Na de Hollandse kou, de Tropische hitte. Het momentum om de klimaatmelkkoe op de wereld te zetten.

De relativiteit van temperatuurmetingen, heb ik volledig uitgewerkt in het artikel ‘‘Mag het iets meer zijn.’’ op de blog van Steven. Ook de Wakkere Burgers krijgen deze artikels nog in de bus, maar op jullie site heb ik gekozen eerst wat dichter bij de actualiteit te blijven. Maar laat ons er van uit gaan dat de betrouwbaarste metingen afkomstig zijn van satellieten, en die zijn pas beschikbaar sinds 1979.

De volgende grafieken tonen de verandering (anomalie) van de gemiddelde temperatuur, van de beide poolgebieden, tot 9 maart 2023. De dikke blauwe lijn geeft het voortschrijdende gemiddelde aan over een periode van 37 maanden, dus ruim 3 jaar. (Grafiek op basis van UAH-satellietwaarnemingen, Universiteit van Alabama).


Je ziet hier, dat de temperatuur in het noordpoolgebied, sinds de start van de metingen, met ongeveer een halve graad is gestegen. Je kreeg hierdoor, in Groenland, meer smelt van ijs, dat klopt. Maar een onderzoek uit 2007 ging na of er enig verband was tussen die smelt en het CO2-gehalte in de atmosfeer, en dat bleek niet het geval. Met CO2-waarden van 400 ppm zag men precies hetzelfde, als in de jaren 1920-1940, toen de temperaturen vergelijkbaar waren, en de CO2-niveaus rond de 300 ppm lagen. 


In het zuidpoolgebied zien we in bovenstaande grafiek geen significante stijging of daling van de gemeten temperatuur. Ondanks alle hype over gestegen concentratie aan broeikasgassen in de atmosfeer, al het alarmisme over hoe een smeltend Antarctica de zeespiegel met 6 meter zou doen stijgen en de wereld zou overspoelen, is Antarctica de afgelopen zeven decennia niet opgewarmd. Dit kan u ook lezen in dit artikel in Nature oktober 2020: Nature '20 Dat is, wat de zeespiegelstijging betreft, een belangrijk gegeven, omdat, zoals ik al schreef, meer dan 90% van al het landijs op Antarctica ligt.


Dat er trouwens soms nogal creatief wordt omgegaan met de omschrijving Antarctica blijkt uit een artikel van (alweer) het KNMI (juli 2021) met als titel ‘Warmterecord in Antarctica’ ‘Esperanza Station ligt op het Antarctisch Schiereiland, het noordelijkste deel van Antarctica, waar de temperaturen de afgelopen vijftig jaar met zo’n 3°C zijn gestegen. Hiermee vormt het een van de snelst opwarmende gebieden op aarde. Omdat meer dan 99% van het Antarctische continent bedekt is met ijs en sneeuw, betekenen zulke hoge temperaturen dat de afsmelting van de ijskap sterk toeneemt.’ … ‘Hoge temperaturen in het zuidpoolgebied en een sterke afsmelting van de Antarctische IJskap betekenen slecht nieuws voor Nederland. Water van het smeltende landijs belandt namelijk in zee, waardoor het zeeniveau stijgt.’


Vooreerst wijst een dagrecord absoluut niet op een trend. Daarvoor heb je meetreeksen nodig van op zijn minst 30 jaar.

Bovendien spreekt de titel van ‘Antarctica’ terwijl de data hiervoor helemaal niet representatief zijn en dat weten ze bij de KNMI allicht ook wel. Ik heb het al vermeld, maar Esperanza ligt op het uiterste punt van een schiereiland, buiten de Zuidpoolcirkel trouwens, en dit meetstation is absoluut niet geschikt om algemene conclusies te trekken over de klimatologische omstandigheden op dit continent. Esperanza is, op de figuur hiernaast, het verst gelegen blauwe bolletje op het schiereiland.


Het meest volledige overzicht van de verandering van ijsmassa en oppervlak van vrijwel alle ijsplaten op Antarctica vond ik hier. De onderzoekers berekenden de verandering in ijsmassa met behulp van het waargenomen verschil in oppervlakte tussen 2009 en 2019, de gemiddelde ijsdikte, de dichtheid en de bewegingssnelheid. De cirkels geven de totale hoeveelheid ijsoppervlak (in km2) aan, rood bij afname, blauw bij toename. 


In de afgelopen jaren is een afname van het oppervlak aan ijsplaten op het Antarctisch Schiereiland (6693 km2) en West-Antarctica (5563 km2) tenietgedaan door een forse groei van het oppervlak aan ijsplaten in Oost-Antarctica (3532 km2) en de grote Ross- en Ronne-Filchner-ijsplateaus (14028 km2).

Ongeveer 12% van de wereldzeeën is bedekt met zee-ijs. Dat is aanzienlijk, en de omvang van dit gebied varieert uiteraard sterk tussen zomer en winter. Maar, om maar ineens het ‘worst case scenario’ te weerleggen: doordat het hier gaat over drijvend ijs, heeft het smelten ervan geen nadelige gevolgen voor de zeespiegel. 


Volgens de wet van Archimedes is de opwaartse kracht die een ijsberg ondervindt, even groot als het gewicht van het verplaatste volume aan water. Doordat het soortelijk gewicht van ijs iets lichter is dan water steekt ongeveer een tiende van de ijsmassa boven het wateroppervlak uit. Denk aan een ijsblokje in een glas water. Water zet immers uit als het bevriest en ook wordt soms lucht mee ingevroren tussen de watermoleculen. Bij smelt van het ijs blijft de stand van het water dus gelijk en — afhankelijk van de verhouding tussen water en lucht — is er zelfs een kleine kans dat het zelfs een beetje zakt. 

(Bron: het zopas verschenen boek “De CO₂ Mist” van Ronald van Amelrooij. Hierin een helder overzicht van ‘Wat nooit gezegd wordt over CO₂ en de opwarming van de Aarde.’ Het boek is geschreven na interviews met gerenommeerde wetenschappers en puilt uit van sterke en goed uitgewerkte wetenschappelijke argumenten. Aan te raden aan wie nog twijfels heeft).


Volgens veel bronnen is het wereldwijde zee-ijs al lange tijd drastisch aan het afnemen, maar oordeelt u zelf. Sinds 1980 kunnen satellieten ons ook een nauwkeurig beeld geven van de omvang van dit zee-ijs. Uit een studie, die zich baseert op NASA maandgegevens van 1982 tot 2021, blijkt dat het zee-ijs, de afgelopen 39 jaar, zelfs is toegenomen.

In het noordelijk halfrond (links) ziet men inderdaad een afname (-15,70%), maar dit wordt gecompenseerd door het zuidelijk halfrond (rechts), waar men een toename ziet met 19,94%. Het grote verlies aan zee-ijs op het noordelijk halfrond wordt dus ruimschoots gecompenseerd, door een grotere winst aan zee-ijs op het zuidelijk halfrond. Je mag ook niet vergeten dat op Antarctica ± 6,5 keer meer ijs ligt dan op de Noordpool, dus wat daar gebeurt, weegt veel zwaarder door. Maar dat wist u al. De resultaten van dagelijkse ijsmetingen op Spitsbergen (Noordelijke ijszee) kan men trouwens geactualiseerd terugvinden op de website van het Noorse Meteorologisch InstituutHier zie je dat het ijs een minimum bereikt rond september, waarna het weer begint te groeien tot een maximum rond februari/maart.

Naast ijs dat in of op het water drijft, heb je op de polen uiteraard ook landijs. Het is het resultaat van honderdduizenden jaren sneeuwval, en zo’n pakket landijs kan enorm dik zijn. Zoals ik al schreef voor de noordpool 2 à 3 km, voor de zuidpool 2 tot 5 km.


Er zijn momenten op het jaar dat er ijs bijkomt en uiteraard ook periodes dat er ijs verdwijnt door smelten, verdampen of afkalven. Gletsjers schuiven nu eenmaal naar beneden, en brokkelen af. Het saldo van beide wordt in grafieken, zoals deze hieronder, weergegeven als SMB (Surface Mass Balance) in gigaton. Als je daar meer wil over lezen, dit artikel geeft een goed overzicht voor Antarctica. 


De schrijfster van dit artikel, die glaciologe is, geeft toe dat, als gevolg van de complexe verwachte veranderingen, er een aantal onzekerheden zijn in de massabalans van de ijskap. Maar dat belet ons niet te kijken naar wat reeds aan metingen voorhanden is. In de grafiek hierna zie je het saldo uitgewerkt voor Groenland.

Eind 2019 werd het alarmerende bericht de wereld ingestuurd, dat de ijskap van Groenland zeven keer sneller smelt dan in de jaren 90. Op deze grafiek kan u zien dat de huidige niveaus veel hoger zijn, dan het gemiddelde van 1981-2010, en de twee voorgaande jaren. Wil u trouwens dagelijks volgen hoe het gesteld is met de SMB waarden, dan kan u die terugvinden op de site van het Danish Arctic Research Institute.


Uit dit alles blijkt, dat de toestand, van het ijs op aarde, niét zo dramatisch is, als ons wordt voorgesteld. Veel van de perceptie die we hebben hangt trouwens samen, met de manier waaróp ons de data worden ingelepeld. 


Hoe je dat moet doen leer je in dit artikel: ‘Lessen hoe te liegen met statistieken’. In punt 3 legt de schrijver uit, dat je altijd moet kijken naar de assen op een grafiek. ‘Het aanpassen van de assen van een grafiek om een ​​punt te maken is een klassieke techniek bij het manipuleren van grafieken. Als eerste principe moet de y-as op een diagram altijd beginnen bij 0.’ Zo niet, dan is het gemakkelijk om kleine verhogingen om te zetten, in enorme veranderingen.


Die as-verschuiving werd als truc gebruikt in de volgende grafieken. Kan u zich voorstellen dat de grafieken hieronder, zowel links als rechts, gaan over dezelfde cijfers? De bovenste grafiek gaat telkens over dezelfde cijfers als de onderste.

Links, boven en onder, ziet u de verandering van de hoeveelheid landijs in Groenland, rechts hetzelfde voor Antarctica. Op die manier zet je kleine dalingen om in enorme veranderingen. Er wordt, met andere woorden, gesuggereerd dat de hoeveelheid ijs dramatisch vermindert, wat niet zo is. 


Hetzelfde kan je uiteraard ook doen met cijfers. 


“Antarctica blijkt in de afgelopen 18 jaar maar liefst 2.860.000.000.000 ton ijs te hebben verloren (2,86 biljoen)! Groenland zelfs 5.151.000.000.000 (5,15 biljoen)!” Maar men zegt er niet bij dat Antarctica 26.500.000.000.000.000 ton ijs heeft (26,50 biljard) en Groenland 2.850.000.000.000.000 ton (2,85 biljard) dus is dat respectievelijk 0.01% en 0,18% in 18 jaar. Tel daar dan nog een fout- of onzekerheidsmarge bij, en het is nog maar de vraag, of dergelijke kleine verschillen überhaupt wel meetbaar zijn. Van grootschalig smelten van het Antarctische landijs is in elk geval absoluut geen sprake.


Kan je nu uit al deze cijfers en grafieken besluiten, dat de gemiddelde temperatuur op aarde helemaal niet opwarmt? Zeker niet! Ik heb het hier vooral gehad over de manier waarop men ons fabels voor waarheid tracht te verkopen. Nog niet zo lang geleden, werden veel van deze fenomenen gewoon gezien als weervariaties. Nu is elk record, al dan niet terecht als dusdanig gelabeld, een klimaatdrama. En ondertussen, door ons uitsluitend te focussen op klimaatopwarming, gaat kostbare tijd verloren in het daadwerkelijk aanpakken van reële problemen, en laat men de kwetsbaren in onze wereld in de kou staan.


How dare you!

0 Reacties
Voeg reactie toe
Bekijk gegevens
- +
Uitverkocht