Virus bedrog

Virus bedrog

Vrije en verkorte vertaling van het boekje Viral Misconceptions van Jeff Green plus extra info.

Het idee dat virussen indringers zijn die ziekten veroorzaken werd gepropageerd door Louis Pasteur in de jaren 1800. Zijn theorie, bekend als de kiemtheorie, is de katalysator voor alle medische theorieën die momenteel gelden. De kiemtheorie is verantwoordelijk voor het gebruik van pasteurisatie, vaccins, en vele medische symptoom behandelingen. Een tijdgenoot van Pasteur was de Franse wetenschapper Antoine Béchamp die een andere ziektetheorie documenteerde en bewees in zijn boek, 'Het Derde Element van Bloed'. Zijn theorie was radicaal anders en werd bekend als de terreintheorie. Deze stelt dat alle levende micro-organismen en virussen hun oorsprong vinden in het lichaam, en niet afkomstig zijn van buitenaf. Hij ontdekte de processen van fermentatie en merkte dat bacteriën en virussen pleomorf zijn. Ze muteren op basis van het terrein waarin ze zich bevinden. Virussen muteren in het genoom via virale blauwdrukken, een soort van 'viraal pleomorfisme'. Cellen maken virale constructies en veranderen deze dan naargelang hun behoeften. Bacteriën die, in tegenstelling tot virussen wél leven, zijn na hun creatie zelf in staat om te muteren. Dit is precies het tegenovergestelde van wat Louis Pasteur beweerde, die stelt dat virussen uit zichzelf in de natuur voorkomen en ziekten creëren. Maar dat is onmogelijk.


Virussen ontstaan enkel in de aanwezigheid van een levende cel. Ze moeten een cel hebben om zich te kunnen vermenigvuldigen. Ze komen niet van buiten het lichaam, maar ontstaan in het lichaam. Virussen zijn een gevolg van systemische toxiciteit van het lichaam en niet omdat het lichaam wordt aangevallen door een externe bedreiging. Dit is de grote leugen waar de medische wereld op vertrouwt om het gebruik van vaccins en gevaarlijke medicijnen te rechtvaardigen en hun lucratief businessmodel in stand te houden.


Zonder de foute kiemtheorie en de besmettingsmythe valt het hele medische model wat gebaseerd is op bestrijding van symptomen en ziektekiemen als een kaartenhuis in elkaar. Maar wat zijn virussen en wat is hun belangrijkste doel in het lichaam van mensen en dieren? Virussen lossen toxische materie op wanneer het weefsel te giftig is geworden en niet langer door levende microben kan worden geneutraliseerd. Zonder virussen (en bacteriën) zou het lichaam niet kunnen blijven functioneren en ten onder gaan aan systemische toxiciteit. Omdat virussen niet leven, kunnen ze een cel niet uit zichzelf infecteren. Ze hebben geen kern, noch een ademhaling of spijsverteringskanaal. Virussen hebben assistentie nodig om hun functie uit te voeren. Deze assisterende moleculen worden antilichamen genoemd. Het is belangrijk te begrijpen dat virussen geen cellen infecteren om zo de cel binnen te dringen en zich daar te vermenigvuldigen. De virologie beweert dat virussen zich in de natuur repliceren, maar dat is onmogelijk gezien een virus niet leeft en zich niet kan voortplanten, behalve in aanwezigheid van een levende cel.


De wetenschap beweert dat een virus geen onderscheid maakt tussen de cellen die het binnendringt. Maar dat is niet het gedrag wat wordt waargenomen. In realiteit zijn virussen heel specifiek bij de keuze van lichaamsweefsels die ze oplossen, en ze doen dit met de hulp en begeleiding van antilichamen. Het virus bevat het RNA en DNA dat nodig is om specifieke weefsels op te lossen en het verkrijgt dit van de energieën van de cel. Een cel bevat DNA en dat is een vorm van energie. Energie is aanwezig in alle cellen en agentia in het lichaam. Cellen creëren het virus, en de cel brengt zijn eigen energie over in het virus waardoor het virus, met de hulp van antilichamen, dan specifiek weefselafval en 'puin' kan oplossen.


Virussen zweven in vrije suspensie nadat zij de cel hebben verlaten. De wetenschappelijke term daarvoor is Zeta Potentiaal, namelijk het elektrische potentieel op het glijdende vlak of anders gezegd het elektrokinetische potentieel in colloïdale dispersies. Deze wetmatigheid houdt objecten in vrije suspensie terwijl ze elkaar afstoten of aantrekken. Dit is een elektrische energielading bekend als statische elektriciteit. Mochten virussen geen discriminerende en specifieke agentia zijn die door cellen zelf worden aangemaakt, dan zouden we waarnemen dat iedereen die met virussen besmet geraakt allemaal dezelfde mate van ziekte en ziektebeelden hebben, maar dit is niet wat er gebeurt. Dit is in directe tegenspraak met de virologie zelf, want mochten virussen besmettelijke agentia zijn die van buiten het lichaam komen, dan zou het virus er niet om geven welk niveau van gezondheid het immuunsysteem of het lichaam had. Het toont ook dat er een intelligent verband is tussen virussen en het lichaam wat ze produceert.


De wetenschap gelooft dat virussen alle noodzakelijke middelen bezitten om elk gebied, weefsel en orgaan in het lichaam te infecteren. Wie gedurende lange tijd veel alcohol drinkt, kan hepatitis ontwikkelen. Volgens de logica van de virologie zou men dan ergens hepatitis hebben opgelopen. Waarom zou het lichaam hepatitisvirussen in de lever aanmaken? Omdat de levercellen proberen om de lever en het lichaam te zuiveren van gifstoffen en zo het lichaam proberen te herstellen.

Er zijn meer dan 320.000 virusvarianten gevonden op Aarde en in de natuur. Daarvan zijn er duizenden in het menselijk lichaam in de vorm van een blauwdruk in het genoom. Via het genoom worden de cellen van het lichaam geïnformeerd welk type eiwit ze moeten maken. Bijvoorbeeld, bij een beschadigde lever doet het lichaam een beroep op één van de hepatitis virustypes. De levercellen produceren dan wat er nodig is. Afhankelijk van de mate van lever vergiftiging wordt hepatitis virus A, B of C aangemaakt. Elk virus is min of meer hetzelfde, ze reinigen allemaal de lever en lossen gedegenereerd weefsel op. Hoe hoger het niveau van toxiciteit (vergiftiging) in de lever, hoe erger de symptomen, en hoe groter de virale activiteit, en hoe zieker men zich voelt.


De reden dat men (ziekte)symptomen ervaart wanneer virussen en bacteriën het gedegenereerde weefsel en afval afbreken, komt omdat het lichaam het afval ook moet elimineren. Het lichaam elimineert 90% van de gifstoffen via de huid en de rest via de darmen, de mond en de slijmvliezen. Dat betekent hoesten, niezen, extra slijmproductie, zweten, koorts, rillingen, diarree en allerlei soorten huiduitslag. Witte bloedcellen helpen bij de eliminatie en het verdrijven van toxines. Het lichaam probeert altijd om gifstoffen of lichaamsvreemde substanties te verwijderen.


Virale infectie is noodzakelijk zodat het lichaam een giftige toestand kan omkeren. Maar bij mensen met een onderdrukt of verzwakt immuunsysteem kan het lichaam niet optimaal omgaan met de grote hoeveelheden virussen die worden geproduceerd om de afvalstoffen af te breken. In dat geval kunnen deze mensen ziek worden en in zeldzame gevallen ook sterven. In de meeste gevallen echter (99%) overleeft men een virale activiteit, want het is nu eenmaal een normale functie van het lichaam. Het lichaam weet heel goed wat het doet, het is slim en heeft aangeboren capaciteiten. We moeten het lichaam koesteren en er van houden. Wanneer iemand sterft door een virale of bacteriële infectie, dan is het bijna altijd als gevolg van medische behandelingen.


De medische industrie zoekt altijd een 'vijand' zodat ze het gebruik van hun (gevaarlijke) medische procedures, behandelingen en medicijnen kunnen verkopen. Het opwerpen van een muur tussen jou en je lichaam (door het te zien als een strijdveld met indringers) leidt tot een ondermijnend wantrouwen in jouw lichaam en in angst voor de mensen om je heen. Dat is het primaire doel van de 'besmettingsmythe'. Namelijk mensen hersenspoelen met leugens waardoor ze geloven dat ze een ziekte kunnen 'oplopen' van iemand uit hun omgeving. Bange mensen zijn makkelijker te controleren en manipuleren. Ze denken zelf niet meer na en laten zich dan overhalen om pillen te slikken, chemo te nemen en riskante vaccins te laten inspuiten.


Er zijn virale en bacteriologische cycli actief in het lichaam. Ook het lichaam volgt een bepaalde cyclus, samen met de virussen die er deel van uitmaken. De hele natuur volgt cycli (seizoenen, klimaat, vogeltrek, getijden,...), het lichaam is geen uitzondering. Wanneer giftige ophopingen hun maximum bereiken in het lichaam kan de vloed (detox) niet langer worden tegengehouden. De detoxfase wordt dan getriggerd door seizoensgebonden veranderingen, klimaat- en temperatuursveranderingen, stress, spanningen en zorgen. De veranderingen in de seizoenen geven het lichaam het signaal om grote hoeveelheden gifophopingen in het bloed te dumpen. Wanneer gifstoffen in de bloedsomloop komen, vermenigvuldigen de bacteriën zich om het gif te kunnen afbreken en te elimineren uit het bloed. Maar wanneer de bacteriën zelf vergiftigd raken vanwege de toxiciteit van het bloed en het lichaam dan zullen de cellen virussen aanmaken en produceren. Deze virussen zijn niet-levende eiwit oplosmiddelen die schadelijke stoffen en restproducten afbreken en elimineren zodat het lichaam de homeostase kan herstellen. Zonder virussen, zou het lichaam de mogelijkheid ontberen om zichzelf te reinigen en zou sterven aan toxiciteit.


Het is belangrijk om de werkelijke aard van virussen te begrijpen. Virussen leven niet en zijn niet besmettelijk. Ze kunnen niet worden overgedragen tussen mensen of dieren. Virussen die hun oorsprong buiten de gastheercel hebben, kunnen geen andere gastheer besmetten. Het virus zal niet het nodige RNA of DNA bevatten om andere cellen te infecteren. Het lichaam kan het virus niet herkennen omdat het de 'sleutel' niet bezit. Zo'n lichaamsvreemd virus wordt behandeld als vreemd afval. Wanneer je dierlijk virusweefsel injecteert, dan herkent het lichaam het niet, omdat het niet in de cellen van het eigen lichaam is ontstaan. Evenzo, wanneer een virus op een of andere manier via de lucht wordt overgedragen, dan herkent het lichaam het virus niet.


Er zijn ook de slijmvliezen waarvan het slijm een weefpatroon vertoont (gezien onder een microscoop). Dit weefpatroon filtert het vreemde afval er uit. Mocht men op een of andere manier virussen produceren en die massaal op de bevolking sproeien, dan zou dit nog steeds geen virussen in het lichaam aanwakkeren. Het lichaam zou deze vreemde besmetting afbreken en elimineren door zelf een ademhalingsvirus te maken.


In sommige steden (bv. in China of industriegebieden) is de luchtvervuiling zo giftig en extreem dat mensen maskers dragen om zichzelf te beschermen. Uiteindelijk is een masker onvoldoende om het gif te stoppen en na een langere periode ontwikkelt men longproblemen of een ademhalingsziekte. Het Coronavirus is een respiratoir virus. Coronavirussen zijn er altijd al geweest. Iedereen die ooit verkouden is geweest, heeft Coronavirussen. Ze zijn niet nieuw en ook niet gevaarlijk voor een gezonde mens. In gebieden met een sterke luchtvervuiling gaat de bevolking het gif ophopen in hun lichaam en daarna beginnen afbreken en elimineren rond hetzelfde moment. Want, zoals gezegd, viruswerkingen zijn cyclisch omdat het lichaam cyclisch is. De meerderheid van de bevolking zal dus hun giftige ophopingen rond dezelfde tijd beginnen opruimen. Dit kan men de Illusie van Virale Activiteit (IVA) noemen. En dit gegeven kan worden misbruikt door groepen met slechte bedoelingen. Men laat dan uitschijnen dat er een gevaarlijke virale besmetting rondspookt terwijl dat helemaal niet zo is. Het is gewoon een cyclische detoxfase van het lichaam.


De 'wetenschappelijke' studie van virussen is heel gebrekkig en levert in feite geen bruikbare en juiste conclusies op vanwege de werkwijze die toegepast wordt. Om ze te kunnen observeren in laboratoria worden virussen bestraald en daarna gedroogd. Daardoor verdwijnt het vochtgehalte uit het virus. Dit verzwakkingsproces 'doodt' het virus. Maar, zoals gezegd, een virus leeft niet. Niettemin, onderzoekt men nooit virussen in hun oorspronkelijke omgeving en werking binnen een levend lichaam. Maar altijd in labo-omstandigheden en na ingrijpende behandelingen die de resultaten beïnvloeden. Gewoonlijk worden dierlijke virale eiwitten gebruikt om waarnemingen te doen. Virussen worden bestudeerd in petrischaaltjes die gesteriliseerd zijn. Giftige serums worden gebruikt om de cellulaire activiteit in leven te houden. In zo'n onnatuurlijke omgeving beschikken cellen niet over het volledige scala aan microbiële reinigingsmiddelen zoals in het menselijk lichaam (waaronder bacteriën). Wetenschappers zullen dus altijd virale activiteit waarnemen, gezien cellen virussen moeten gebruiken om zich te reinigen en er geen bacteriën beschikbaar zijn. Men neemt dan waar dat virussen hun eigen cellulaire activiteit oplossen, maar dit is een illusie.


Om microscopisch onderzoek te doen, is een lange voorbereiding nodig om het virus te deactiveren en te immobiliseren. Deze voorbereiding omvat het kleuren van een virus om contrast te verkrijgen, het inbedden van het gekleurde virus in een plastic hars (zoals een insect in barnsteen) en het snijden van dunne dwarsdoorsneden. Dit alles samen leidt tot onnauwkeurige waarnemingen die nog heel weinig met de realiteit te maken hebben. Het virus ageert niet op een natuurlijke manier zoals het dit in het menselijk lichaam zou doen. De wetenschap weet dit, maar gaat toch door met het bedrog en de misleiding.

Virussen zijn slechts 0,1 micron groot. Er zijn krachtige microscopen nodig om ze te kunnen zien. Om virussen te kunnen bestuderen via optische microscopen moeten de virussen eerst 'geprepareerd' worden en ze bevinden zich dan ook niet langer in hun natuurlijke habitat en werking. Men kan via klassieke microscopie niet vaststellen hoe virussen zich gedragen in het menselijk lichaam. Dit kan enkel door ze rechtstreeks te bekijken in het levende weefsel. Royal Rife vond een microscoop uit die levend weefsel kon bekijken in beelden tot 30.000 keer hun grootte. Hij slaagde er in om micro-organismen te observeren in het weefsel en in levende staat. Rife merkte op dat virussen en bacteriën alleen voorkomen als gevolg van onevenwichtigheden in het lichamelijk systeem. Hij kwam tot de conclusie dat virussen en bacteriën pleomorf zijn en bevestigde daarmee de bevindingen van Antoine Béchamp in de jaren 1800. Rife stelt in zijn bevindingen: "In werkelijkheid zijn het niet de bacteriën zelf die de ziekte veroorzaken, maar het zijn eerder de chemische bestanddelen van deze micro-organismen die inwerken op de onevenwichtige celstofwisseling van het lichaam die de ziekte veroorzaakt. Indien de stofwisseling van het menselijk lichaam perfect in balans is, dan is het niet vatbaar voor ziekte."


Shawn Montgomery - Rife Research Group:

"Wat iedereen zal ontdekken wanneer ze de bevindingen doorzoeken, is dat Royal Rife in het begin van de jaren dertig een microscoop uitvond (de Universele Microscoop) waarmee men micro-organismen zoals virussen kon waarnemen in hun levende, actieve staat. In die tijd was er ook al de elektronenmicroscoop die virussen kon zien, maar dan als een momentopname, een foto. Bij deze werkwijze worden de virussen bestraald met elektronen waardoor men niet het levende proces kan observeren. Bij optische microscopen worden technieken gebruikt om bepaalde kenmerken naar voren te brengen waardoor de monsters gecontamineerd, veranderd en gedood worden. Rife begreep deze beperking binnen de microbiologie en microscopie en zocht naar een oplossing. Hij vond een microscoop uit die licht gebruikte. Bij deze methode kon men de monsters (virussen) in hun actieve en levende toestand bekijken."

Virussen kunnen niet overgaan op of kruisen met een andere soort (bvb. vleermuis naar mens). Er zijn verschillende redenen. Ten eerste is het RNA en DNA van het dier niet compatibel met het menselijk RNA of DNA. Het menselijk lichaam produceert en reproduceert geen dierlijke cellen en weefsels. Wanneer we dierenvlees eten, wordt het in de maag eerst afgebroken en door het lichaam omgezet in menselijk weefsel. De enige manier om dierlijk virusweefsel in een menselijk lichaam te krijgen is via injectie. Alleen dan kan dierlijk weefsel in het bloed worden waargenomen. De theorie dat AIDS van een aap kwam, of dat Corona van een vleermuis kwam, of Ebola van een vleerhond is niets meer dan een foute theorie. Dieren kunnen hun virussen niet overbrengen op mensen waardoor ziekte ontstaat. Ook mensen onderling kunnen elkaar niet besmetten met virussen. Het lichaam herkent geen virussen van buitenaf. Virussen moeten worden gemaakt door een cel in het eigen lichaam en bevatten het nodige RNA of DNA afkomstig van de eigen cel. Er bestaat niet zoiets als een algemene virusstam die de meerderheid der mensen bezit. Iedereen heeft een andere stam omdat het lichaam de stam specifiek voor eigen gebruik creëert.


Uit 'The Poisoned Needle' - Eleanor Mcbean (1957)


Tijdens één van de meest wijdverspreide polio-epidemieën (1949) werd in een uitgebreide studie door het New York Health Department vastgesteld dat er geen besmetting plaatsvond van polio via contact met besmette personen. De United States Public Health Service kwam in haar studies van de opeenvolgende polio uitbraken tot dezelfde conclusie. Kortom, polio is niet besmettelijk. TIME Magazine becommentarieerde de onverwachte onthulling van deze onderzoeken door op te merken dat "het een mysterie blijft waar en wanneer mensen polio oplopen." "De veronderstelling dat virussen binnenkomen via de mond en neus bracht de onderzoekers ertoe uitputtende testen te doen op zowel dieren en mensen, meestal gevangenen en weeskinderen in inrichtingen. Ze werden blootgesteld aan poliopatiënten en hun kelen, neuzen en slokdarmen werden regelmatig gezwabberd met besmet virusmateriaal van de patiënten. Niemand van de proefpersonen kreeg polio, het enige merkbare na-effect was dat sommigen hun smaak en reuk verloren door de schadelijke gifstoffen in het serum dat werd gebruikt op de wattenstaven."


Virussen functioneren alleen in een menselijke of dierlijke gastheer of in een petrischaal omgeving waar ze in beweging kunnen worden gehouden. Buiten het lichaam verliezen ze hun vochtgehalte en worden droog. Virussen bevinden zich, net als bacteriën, op allerlei oppervlakten, maar vormen zoals gezegd geen enkel gevaar. De verschillende verdedigingsmechanismen van het lichaam zullen de virale deeltjes uit de omgeving filteren. De neusharen, de slijmvliezen en het speeksel vormen de eerste barrière en neutraliseren de virussen wanneer ze het lichaam binnenkomen. Virussen die verder het lichaam binnen dringen worden uitgeschakeld door de witte bloedcellen. Zelfs wanneer een virus voorbij de eerste en tweede verdedigingslinie geraakt dan is het nog steeds niet compatibel met het lichaam. Het virus moet het specifieke RNA of DNA bevatten om verenigbaar te zijn met het lichaam dat het binnengaat. Ook bloed op bloed contact is geen vector voor overdracht van virussen. Een wonde bloedt naar buiten toe, er komt niets binnen. Dit houdt het bloed zuiver en vreemde besmettingen buiten. Dit is een van de redenen waarom AIDS en andere virussen niet besmettelijk zijn. De enige manier van overdracht van virussen, buiten vaccinatie, is door bloedtransfusie van een besmette patiënt. Maar het is niet het virus wat het probleem veroorzaakt, het is de combinatie van vreemde dierlijke weefsels die in een lab zijn gemaakt, zoals het geval is bij AIDS. Dergelijke virussen zijn aan elkaar geplakt. Dit kan bepaalde reacties uitlokken bij het aangeboren immuunsysteem. Het is de voornaamste reden waarom het zo lang duurt om vaccins te maken. Ze proberen precies de juiste hoeveelheid immuun irritatie op te wekken zonder de geïnjecteerde te doden. Ze verkrijgen de gewenste resultaten door dierlijke weefsels samen te voegen en ze te vermengen met hulpstoffen, serums en giftige bewaarmiddelen.


Corona is een vorm van een al dan niet ernstig acuut respiratoir syndroom. Het valt in de SARS-familie en men herkent griepachtige symptomen. Zowel SARS als Corona worden veroorzaakt door milieuvervuiling en algemene vergiftiging. Rondzwermende chemisch giftige stoffen worden ingeademd in de longen en het ademhalingsstelsel waar ze niet kunnen worden geconsumeerd en geëlimineerd door levende microben. Specifieke niet-levende virussen worden dan geproduceerd door de longcellen om de gifstoffen te ontleden en af te breken. Milde griepachtige symptomen zijn meestal het gevolg. De symptomen die gepaard gaan met de verwijdering van het gif zijn wat men dan als SARS benoemt. In veel steden en industriegebieden is de lucht verzadigd met gifdeeltjes afkomstig van fabrieken, uitlaatgassen, verbranden van plastics, formaldehyde, fijnstof, chemtrails, enz. Bejaarde mensen met een reeds verzwakt immuunsysteem zijn extra kwetsbaar wanneer het lichaam een virus ontgifting opstart. Velen overleven de extreme vervuiling en detoxfase niet. Deze respiratoire ziektebeelden duiken op in dichtbevolkte gebieden zoals in China waar de lucht erg vervuild en giftig is. Maar dat betekent helemaal niet dat SARS of Corona besmettelijk is.


Volgens een studie van de Italiaanse Gezondheidsdienst hadden meer dan 99% van de dodelijke slachtoffers door het Coronavirus onderliggende medische aandoeningen. Meer dan 75 procent had hoge bloeddruk, 35 procent had diabetes, een derde leed aan hartaandoeningen, enz. Afhankelijk van de inwendige vervuiling kunnen de symptomen individueel verschillen. Hoe groter de toxiciteit, hoe meer virale activiteit nodig is en hoe sterker de detoxsymptomen. De cellen en het genoom van het lichaam bevatten de blauwdrukken om 320.000 verschillende virale varianten te produceren. Het genoom informeert elke cel welk type eiwit die moet maken, waaronder ook virale eiwitstructuren die bekend staan als virussen. Daarom kunnen zelfs kleine hoeveelheden virale proteïnen worden gevonden tijdens fases zonder detox of reiniging. Als weefsel wordt uitvergroot, zoals de PCR test doet, moeten virale eiwitten door cellen worden omgezet in hele virale structuren en dan gecodeerd worden om specifieke weefsels in en rond cellen op te lossen. Dit is de reden waarom we niet zien dat virussen alle cellen in het lichaam aanvallen; het zijn zeer specifieke oplosmiddelen die discriminerend zijn, en niet niet-discriminerend, zoals de wetenschap beweert.


Corona is een soort verkoudheidsvirus. Een PCR-procedure dupliceert genetisch materiaal. Het is in feite geen test maar een techniek tot vermenigvuldiging. Men beweert dat de positief geteste gevallen besmet zijn met Covid-19, maar dit is onmogelijk vast te stellen. Er is letterlijk vrijwel geen verschil tussen het SARS-CoV-2 virus en andere Coronavirus stammen. Iedereen die in het verleden ooit verkouden is geweest en daarbij Coronavirussen produceerde, kan positief testen ook al zijn er geen ziekte symptomen. Er is altijd een zekere mate van virale activiteit werkzaam in het lichaam. Enkel wanneer grote hoeveelheden virale activiteit worden opgeroepen, ontstaan er ziektebeelden en symptomen. Zoals gezegd komen die vooral omdat het lichaam grote hoeveelheden giftige materie en afval moet afvoeren die de virussen hebben afgebroken. Zo ontstaan er symptomen zoals slijmophoping, hoesten, zweten, huiduitscheidingen, darmwerkingen,... Als het een respiratoir virus betreft, zullen er ook ademhalingssymptomen zijn om gifstoffen uit de longen te verdrijven.


Virussen ontstaan wanneer de inwendige giftigheid een punt heeft bereikt waarop het niet langer door het lichaam kan worden tegengehouden en er massale hoeveelheden giftige stoffen in het bloed worden gedumpt. Om het lichaam te ontdoen van deze giftige ophopingen in het bloed komen bacteriën in actie als primaire verwijderingsmethode. Verder zijn er andere processen bij betrokken zoals fagocytose en parasieten en schimmels, afhankelijk van de toxische aard der stoffen. Wanneer de weefsels erg giftig zijn en de microben zelf in gevaar komen en de opruiming niet aankunnen, zal het lichaam virussen inzetten als extra reinigingsmethode.


Hoe maakt een cel een virus? De cel doet een beroep op de blauwdruk van het virale eiwit wat reeds in de cel aanwezig is. De cel determineert welk virus nodig is om een specifieke vervuiling te reinigen. Het virale eiwit gaat de celkern (nucleus) binnen en het virus wordt in zijn volledige vorm gestructureerd. Eerst zijn er enkel virale eiwitdeeltjes, maar bij een bedreiging wordt de hele structuur van het virus vervaardigd en geassembleerd in de celkern. Het virus verlaat daarna de kern en blijft in de cel. Het virus verkrijgt zijn (organisch) RNA of DNA door de cel. Met behulp van antilichamen (een soort witte bloedcellen) kan het virus dan specifieke weefsels oplossen. De replicatie van virussen in de cel gaat door totdat de cel de virussen niet langer kan houden. De celwand begint te scheuren en de virussen komen in het lichaam. De cel kan deze kleine breuk makkelijk helen. Zo'n reeks virussen is 72 uur actief. Na 72 uur maakt de cel een nieuwe set virussen met iets andere reinigingsmechanismen. De tweede set zal een beetje anders zijn dan de eerste set, maar beide sets zijn van hetzelfde type. De tweede set reinigt wat de eerste set niet heeft kunnen doen.

Samenvatting


Virussen maken deel uit van het lichaamseigen schoonmaaksysteem waarbij de cellen specifieke eiwitten aanmaken (virussen genoemd) om afstervend celmateriaal op te ruimen - virussen zijn dus lichaamseigen, niet besmettelijke en niet-levende eiwitten - hun functie is opruimwerk van vervuilingen, giffen en afval wat niet door bacteriën kan verwijderd worden - ze zijn niet de oorzaak van een ziektebeeld, maar eerder de oplossing (letterlijk) - ziektesymptomen (zoals hoest, zweten, slijmproductie, diarree, ademproblemen,...) ontstaan omdat het lichaam in overdrive gaat bij de ontgifting en verwijdering van gifstoffen - het waarnemen van virussen bij een ziekte betekent dus niet dat virussen ook de oorzaak zijn van die ziekte, net zoals het zien van brandweermannen bij een brand niet tot de conclusie mag leiden dat de brandweer de oorzaak is van de brand - mensen krijgen soms op hetzelfde moment hetzelfde ziektebeeld, niet omdat virussen besmettelijk zijn, maar vanwege een 'resonantie' met de omgevingsfactoren in combinatie met een overbelast fysiek lichaam en vergiftigde cellen - belangrijke (moderne) omgevingsfactoren die een detoxfase triggeren (ziektebeeld) zijn straling, angst, luchtvervuiling en het gedegenereerde gifvoedsel uit de winkels.


Het feit dat ziekmakende virussen niet bestaan, tenzij ze samengesteld, gemanipuleerd en bewapend worden in een labo en rechtstreeks ingespoten in het lichaam, is op zich al een grote fraude. Maar het kan nog erger. Er is namelijk nog steeds geen zuiver SARS-CoV-2 isolaat. En zonder virus (isolaat) kun je geen werkend vaccin noch een werkzame test maken. Het 'isolaat' waar de virologen mee schermen, is een computer algoritme samengesteld uit een genen database. Zie pagina 41 van de CDC-studie: Omdat er géén gekwantificeerde virusisolaten van 2019-nCoV beschikbaar zijn, werden getest met gekarakteriseerde voorraden van in vitro getranscribeerd RNA van volledige lengte (N-gen; GenBank-toetreding: MN908947.2) van bekende titer (RNA kopieën/µL) verrijkt met een verdunningsmiddel dat bestaat uit een suspensie van menselijke A549-cellen en viraal transportmedium (VTM) om een klinisch monster na te bootsen. 


Een virus is dus lichaamsspecifiek, kan geen ziekte overdragen en is niet besmettelijk. Het kan wél bepaalde symptomen veroorzaken tijdens de detoxfase. De enige manier om vreemde virussen in het lichaam te krijgen is via injectie. Een andere manier is wanneer een virus gemanipuleerd, ontworpen en 'bewapend' wordt in een labo. Bij 'gain of function' onderzoek worden bepaalde organismen genetisch veranderd, bijvoorbeeld om ze besmettelijk en ziekmakend te maken, zoals de mogelijkheid om een ongevaarlijk virus dodelijk te maken. Er zijn aanwijzingen dat het SARS-CoV-2 virus door middel van 'gain-of-function' experimenten werd gemanipuleerd om virale componenten te bevatten van het SARS-CoV-1 virus, het MERS-virus dat zowel in de lucht wordt overgedragen als zeer besmettelijk is, en het HIV-1 virus dat auto-immuunziekten veroorzaakt en gemakkelijk kan muteren in varianten.


Wanneer het SARS-CoV-2-virus inderdaad een combinatie is van SARS + MERS + HIV dan is er reden tot bezorgdheid omdat het genetisch materiaal van deze virussen hun virale functies aan het SARS-CoV-2-virus zelf zullen bijdragen. Ook het virale mRNA-vaccin kan deze componenten bevatten, met Hiv-infectie tot gevolg. Dit zou ook betekenen dat de mutaties en varianten afkomstig zijn van de gevaccineerden zelf (zoals ook professor Luc Montagnier en andere dokters beweren). En deze opeenvolgende mutaties zorgen ervoor dat de overheid de 'pandemie' tot in de eeuwigheid kan laten voortduren door de HIV doden en de vaccindoden ten onrechte toe te schrijven aan Covid, het gegoochel met cijfers en de fake testen.

Bronnen:


  • Viruses are not contagious
  • Viral misconceptions (free e-book)
  • The big virus hoax
  • De besmettingsmythe - Thomas Cowan
  • What means isolated? Thomas Cowan & Andrew Kaufman
  • Has Covid-19 ever been isolated? Thomas Cowan & Andrew Kaufman
  • Dr. Stefan Lanka - The Final Refutal of Virology
  • Corona Scamdemic Playlist
  • Cov-19 Immunity in 19 Minutes
  • HIV bevestigd bij gevaccineerden
  • Gevaccineerden worden vaccin afhankelijk wegens uitval van hun immuunsysteem


Wetenschap & dokters:


° America's Frontline Doctors

° World Doctors Alliance

° Artsen Voor Waarheid

° Artsen Voor Vrijheid

° Dr. Stefan Lanka

° Dr. Andrew Kaufman

° Dr. Tom Cowan

Bron: Anastha Aurora blog

3 Reacties
Vilseledd
Geplaatst op  11/10/2021 12:45 Een goed artikel van een kant, die onderbelicht blijft in de Nederlandse alternatieve media.
Naam
Geplaatst op  21/10/2021 17:21 Op een bepaald moment valt het woord chemtrails. Mmm, tijd om af te halen, dacht ik.
Dennis de Bengel
Geplaatst op  17/03/2022 14:11 Als je afhaakt en alles wegschrijft vanwege één woord (chemtrails) dan ben je wel heel simpel bezig. Zoek eens voor de grap "Geo-engineering" op, dat is de "wetenschappelijke" term. Alles voor onze gezondheid, natuurlijk! Of nog beter, doe zelf onderzoek en kijk op onbewolkte dagen naar boven in de lucht en zie de vliegtuigen in actie hoe ze strepen in de lucht achterlaten en een waas creëren....
Voeg reactie toe
Bekijk gegevens
- +
Uitverkocht